Operation Manual

61
WEGWIJS IN UW AUTO
CRUISE-CONTROL
ALGEMENE INFORMATIE
De elektronische snelheidsregeling
(CRUISE-CONTROL) maakt het
mogelijk een constante, vooraf inge-
stelde snelheid aan te houden, zonder
het gaspedaal in te trappen. Op deze
manier wordt het rijden, vooral op
lange trajecten, minder vermoeiend
omdat de ingestelde snelheid automa-
tisch gehandhaafd blijft.
BELANGRIJK Het systeem kan
worden ingeschakeld als de snelheid
van de auto boven 40 km/h ligt.
Bedieningsknoppen fig. 89
De cruise-control wordt bediend via
een aantal toetsen op het stuurwiel.
1) ON systeem ingeschakeld
2) OFF systeem uitgeschakeld
3) RES om de opgeslagen snelheid
op te roepen
4) + om de ingestelde snelheid van de
auto op te slaan en aan te houden of
de ingestelde snelheid te verhogen
5) - om de opgeslagen snelheid te
verlagen.
BELANGRIJK Als u toets 2 indrukt
of de contactsleutel in stand STOP
draait, dan wordt de opgeslagen snel-
heid gewist en het systeem uitgescha-
keld.
De cruise-control mag
uitsluitend worden ge-
bruikt als de verkeersom-
standigheden en het traject van
dien aard zijn dat, over een vol-
doende lange afstand, volledig
veilig een constante snelheid kan
worden aangehouden.
Het systeem schakelt in de volgen-
de gevallen automatisch uit:
– door het intrappen van het rem-
pedaal;
door het intrappen van het kop-
pelingspedaal;
door de selectorhendel van de ver-
snellingsbak in stand N te zetten.
Bij uitvoeringen met au-
tomatische versnellings-
bak mag de hendel nooit
in stand N worden gezet als de
auto in beweging is.
fig. 89
F0D0160b