Operation Manual

2. Indien u de thuiskomer aanbrengt in plaats van een
band met een spanning onder de waarschuwingsgrens,
blijft het TPM-verklikkerlampje branden en klinkt er
een geluidssignaal de volgende keer dat u de auto start.
Daarnaast zal de grafische voorstelling in het EVIC een
knipperende spanningswaarde blijven tonen.
3. Nadat de auto maximaal 20 minuten met een snel-
heid van meer dan 25 km/u heeft gereden, gaat het
waarschuwingslampje voor lage bandenspanning gedu-
rende 75 seconden knipperen en daarna aanhoudend
branden. Verder verschijnt er op het EVIC drie secon-
den lang het bericht "CHECK TPM SYSTEM" (TPM-
SYSTEEM CONTROLEREN) en daarna worden er
streepjes (- -) weergegeven in plaats van de banden-
spanning.
4. Telkens als daarna de auto wordt gestart, klinkt er
een geluidssignaal, knippert het TPM-verklikkerlampje
75 seconden lang en blijft vervolgens aanhoudend bran-
den, terwijl het EVIC drie seconden lang het bericht
"CHECK TPMS SYSTEM" (TPM-SYSTEEM CONTRO-
LEREN) weergeeft in plaats van de streepjes (- -) die de
bandenspanning weergeven.
5. Zodra de oorspronkelijke wegband is gerepareerd
of vervangen en op de auto wordt gemonteerd in plaats
van de thuiskomer, wordt het TPMS automatisch bijge-
werkt. Verder gaat het TPM-verklikkerlampje UIT en
geeft de grafiek op het EVIC de nieuwe spannings-
waarde weer in plaats van de streepjes (- -), tenzij de
spanning in een van de vier wegbanden onder de
waarschuwingsgrens valt. Het is mogelijk dat u eerst
ongeveer 20 minuten met een snelheid boven de
24 km/u moet rijden, voordat het TPMS-systeem deze
informatie ontvangt.
In en buiten werking stellen van het
bandenspanningssysteem (TPMS)
Het TPMS kan buiten werking worden gesteld door alle
vier banden- en wielstellen (wegbanden) te vervangen
met banden- en wielstellen zonder TPMS-sensors, zo-
als wanneer u banden en wielen voor de winter op de
auto aanbrengt.
Om het TPMS buiten werking te stellen moet u eerst
alle vier banden- en wielstellen (wegbanden) vervangen
met banden zonder TPM-sensors (bandenspannings-
controle). Rij daarna minstens 20 minuten met een
snelheid van meer dan 25 km/u. Het TPM-systeem
geeft een geluidssignaal af en het waarschuwingslampje
voor lage bandenspanning gaat gedurende 75 seconden
knipperen, waarna het aanhoudend blijft branden. Bo-
vendien verschijnt op het Elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC) het bericht "TPM-SYSTEEM
CONTROLEREN" en de grafische voorstelling geeft "-
-" weer in plaats van de spanningswaarde van de vier
banden. Wanneer de auto opnieuw wordt gestart,
geeft het TPM-systeem geen geluidssignaal meer af,
gaat het waarschuwingslampje voor lage bandenspan-
ning niet meer branden en verschijnt er geen bericht
meer op het EVIC. De grafiek toont echter nog steeds
“- -.“
138
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD