Operation Manual
OPMERKING: Voorkom dat de ankerband in de
opening tussen de rugleuningen van de achterbank
verdwijnt wanneer u de band strak trekt.
WAARSCHUWING!
• De bevestigingen van kinderzitjes zijn
ontworpen om alleen de last van op de
juiste wijze aangebrachte kinderzitjes te weer-
staan. In geen geval mogen ze worden gebruikt
als autogordels voor volwassenen, voor huisdie-
ren of om andere voorwerpen of apparatuur in
de auto vast te maken.
• Door een verkeerd vastgemaakte ankerband
zal het kind het hoofd misschien te veel kunnen
bewegen en kan het kind letsel oplopen. Gebruik
alleen de ankerpunten pal achter het kinderzitje
om de ankerband voor het kinderzitje vast te
maken.
EXTRAVEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) -
AIRBAGS
Deze auto is ter aanvulling op de veiligheidsgordels
voorzien van geavanceerde frontairbags voor zowel de
bestuurder als de voorpassagier. De geavanceerde
frontairbag voor de bestuurder bevindt zich in het
midden van het stuurwiel. De geavanceerde frontair-
bag voor de passagier bevindt zich in het instrumenten-
paneel, boven het handschoenenkastje. Op de airbag-
panelen ziet u de vermelding SRS/AIRBAG. (afb. 138)
OPMERKING: Deze airbags voldoen aan de nieuwe
richtlijnen voor geavanceerde airbags.
Het opblaasmechanisme van de geavanceerde voor-
airbags wordt in meerdere stadia geactiveerd. De air-
bag kan zo meer of minder krachtig worden opgebla-
zen, afhankelijk van de soort aanrijding en de ernst
ervan.
Dit voertuig kan zijn uitgerust met een gesp voor de
veiligheidsgordel voor de bestuurdersstoel en/of de
(afb. 138)
Locaties van de geavanceerde frontairbags en
knieairbags
1 — Geavanceerde frontairbags voor bestuurder en pas-
sagier
2 — Kniebescherming (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
198
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD