Operation Manual
5. Maak de stekker (8) los en steek de stekker in de 12
Volt-aansluiting van de auto.
OPMERKING: Geen vreemde voorwerpen (bij-
voorbeeld schroeven of spijkers) uit de band
verwijderen.
(C) AfdichtingsmiddelTIREFIT in de lekke
band spuiten:
• Altijd de motor starten voordat u de TIREFIT-set
inschakelt.
OPMERKING: Bij auto's met handbediende versnel-
lingsbak moet de parkeerrem zijn ingeschakeld en de
versnellingspook in de stand NEUTRAL staan.
• Nadat op de aan/uit-knop (4) wordt gedrukt,
stroomt het afdichtingsmiddel (witte vloeistof) van
de fles (1) naar de afdichtingsslang (6) en in de band.
OPMERKING: Het is mogelijk dat afdichtingsmiddel
uit het gaatje in de band lekt.
Als het afdichtingsmiddel (witte vloeistof) niet
binnen 0 tot 10 seconden door de slang (6) stroomt:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om de TIREFIT-set uit
te schakelen. Maak de afdichtingsslang (6) los van
het ventiel. Zorg dat het ventiel schoon is. Sluit de
afdichtingsslang (6) weer op het ventiel. Controleer
of de functieregelknop (5) in de stand voor de
afdichtingsfunctie staat en niet in de stand voor de
luchtfunctie. Druk op de aan/uit-knop (4) om de
TIREFIT-set in te schakelen.
2. Sluit de stekker (8) aan op een andere 12 Volt-
aansluiting in uw auto of, indien mogelijk, in een
andere auto. Zorg dat de motor draait voordat u de
TIREFIT-set inschakelt.
3. De fles (1) met afdichtingsmiddel is mogelijk eerder
gebruikt en daarom leeg. Schakel hulp in.
OPMERKING: Als de functieregelknop (5) in de
stand voor de luchtfunctie staat en de pomp in bedrijf
is, wordt lucht alleen via de luchtpompslang (7) gedo-
seerd, niet via de afdichtingsslang (6).
Als er afdichtingsmiddel (witte vloeistof) door
de afdichtingsslang (6) stroomt:
1. Laat de pomp werken totdat er geen afdichtingsmid-
del meer door de slang stroomt (dit duurt meestal
30 tot 70 seconden). Terwijl het afdichtingsmiddel
door de afdichtingsslang (6) stroomt, kan de druk-
meter (3) een waarde tot 5 bar aangeven. De
waarde van de drukmeter (3) neemt snel af van
ongeveer 5 bar tot de werkelijke bandenspanning
wanneer de fles met afdichtingsmiddel (1) leeg is.
2. Als de fles met afdichtingsmiddel leeg is, begint de
pomp onmiddellijk met het inspuiten van lucht in de
band. Laat de pomp werken en vul de band totdat de
bandenspanning is bereikt die op het etiket op de
B-stijl aan de bestuurderszijde is vermeld (aanbevo-
len bandenspanning). Controleer de bandenspan-
ning op de drukmeter (3).
268
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD