Operation Manual
WAARSCHUWING!
• Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen af als de auto gepar-
keerd staat.
• Rij nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld
dat de schoudergordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Bij een aanrijding zou u dan onder de
autogordel door kunnen glijden en zo ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Gebruik de rugleu-
ningversteller uitsluitend terwijl de auto gepar-
keerd staat.
HOOGTEVERSTELLING
BESTUURDERSSTOEL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De hendel voor de hoogteverstelling bevindt zich aan
de buitenzijde van de stoel. Breng de hendel naar boven
om de zitting te verhogen. Breng de hendel naar bene-
den om de zitting te verlagen. De hoogteverstelling van
de stoel bedraagt in totaal circa 55 mm. (afb. 22)
NEERKLAPBAREVOORSTOEL
PASSAGIERSZIJDE (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Met deze functie wordt de laadruimte uitgebreid. Als
de stoel wordt neergeklapt, vormt hij een verlenging
van het laadvloeroppervlak (zodat langwerpige voor-
werpen van de achterklep tot aan het instrumentenpa-
neel in de auto passen). De neerklapbare rugleuning
heeft ook een hard oppervlak dat u kunt gebruiken als
uw werkvlak als de stoel wordt neergeklapt en het
voertuig niet in beweging is. (afb. 23)
Trek de hendel van de rugleuning omhoog om de stoel
neer of op te klappen.
(afb. 22)
Hoogteverstellingshendel van stoel
50
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD