Operation Manual

• De temperatuur kan worden getoond in Ameri-
kaanse of metrische eenheden, via selectie van de
US/M klantprogrammeerfunctie. Raadpleeg "Uconnect
Touch™ systeeminstellingen" in dit hoofdstuk van deze
handleiding.
Voor een optimaal comfort in de AUTO-modus, blijft
de aanjager tijdens een koude start op een lage stand
draaien totdat de motor is opgewarmd. Daarna zal de
aanjager steeds sneller draaier en overgaan naar de
AUTO-modus.
Handmatige bediening
Bij dit systeem kan handmatig het aanjagertoerental,
luchtverdeling, A/C status en de luchtrecirculatie wor-
den geselecteerd.
Het aanjagertoerental kan op elke gewenste constante
waarde worden ingesteld door de buitenring van de
bedieningsknop te draaien. De aanjager werkt nu op
een vaste snelheid tot een andere snelheid wordt
gekozen. Zo kunnen de voorste inzittenden de lucht-
hoeveelheid regelen die in het voertuig circuleert en de
"AUTO" modus opheffen.
De gebruiker kan ook de richting van de luchtstroom
kiezen door een van de beschikbare modi in te stellen.
De werking van de A/C en luchtrecirculatie kan ook
handmatig worden geselecteerd in Manual operation.
AUTOMATISCHE
TEMPERATUURREGELING (ATC) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Het ATC systeem achterin heeft luchtroosters in de
vloer rechtsachter de 3e zitrij en luchtroosters aan
boven beide buitenste zitplaatsen van de 3e zitrij. Het
systeem voert warme lucht toe via beide vloeropenin-
gen of koele, gedroogde lucht via de ventilatieroosters
in de dakbekleding.
De temperatuurregeling achterin bevindt zich in het
Uconnect Touch™ systeem, op het instrumentenpa-
neel. (afb. 46) (afb. 47)
72
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD