Operation Manual

VERLICHTING
KOPLAMPSCHAKELAAR
De koplampschakelaar bevindt zich aan de be-
stuurderszijde van het instrumentenpaneel. Met
deze schakelaar bedient u de koplampen, de
parkeerlichten, de instrumentenverlichting, het dim-
men van de instrumentenverlichting, de interieurver-
lichting en de mistlampen.
(afb. 58)
Draai de koplampschakelaar rechtsom naar de eerste
klikstand om de parkeerlichten en de instrumentenver-
lichting te bedienen. Draai de koplampschakelaar naar
de tweede klikstand om de koplampen, de parkeerlich-
ten en de instrumentenverlichting te bedienen.
AUTOMATISCH INSCHAKELENDE
KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Dit systeem schakelt de koplampen automatisch in of
uit in overeenstemming met de sterkte van het omge-
vingslicht. Om dit systeem in te schakelen draait u de
koplampschakelaar linksom naar de stand AUTO. Als
dit systeem is ingeschakeld, is ook de uitschakelvertra-
ging van de koplampen ingeschakeld. Dit houdt in dat
de koplampen nog maximaal 90 seconden blijven bran-
den nadat u de contactschakelaar in de stand OFF hebt
gezet. Om het automatische systeem uit te schakelen
draait u de koplampschakelaar naar een andere stand
dan AUTO.
OPMERKING: In de automatische modus gaan de
koplampen pas branden zodra de motor draait.
(afb. 58)
Koplampschakelaar
95
UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD