Operation Manual
KOPLAMPSPROEIERS (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
De koplampsproeiers zijn verzonken in de bovenkant
van het spatbord, in het midden onder de koplamp.
Met de bedieningshendel voor de ruitenwissers/
sproeiers bedient u de koplampsproeiers als de con-
tactschakelaar in de stand ON staat en de koplampen
zijn ingeschakeld. De hendel bevindt zich aan de linker-
zijde van de stuurkolom.
Druk de koplampsproeierschakelaar op het uiteinde
van de multifunctionele schakelaar tot de tweede stand
in om de koplampsproeiers in te schakelen, en laat hem
los. Hierbij sproeien de twee stationaire sproeiers van
de koplampen een krachtige straal reinigingsvloeistof
op de koplampen. Ook de ruitensproeiers treden in
werking en de ruitenwissers maken een wisbeweging.
OPMERKING: Nadat de contactschakelaar in de
stand ON is gezet en de koplampen zijn ingeschakeld,
treden de koplampsproeiers bij de eerste straal van de
ruitensproeiers in werking en vervolgens bij elke elfde
straal.
ACHTERRUITFUNCTIE
SCHAKELAAR ACHTERRUITWISSER/-
SPROEIER
De bedieningshendel voor de achterruitwisser/-
sproeier bevindt zich links op de stuurkolom.
(afb. 65)
Draai de schakelaar in de eerste stand naar
boven om de achterruitwisser in te schakelen.
OPMERKING: De achterruitwisser werkt uitsluitend
in de intervalstand.
(afb. 65)
Achterruitwisser/-sproeier
104
UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










