Operation Manual
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR
INZITTENDEN
Een zeer belangrijke veiligheidsvoorziening in uw auto
zijn de veiligheidssystemen voor inzittenden:
• Veiligheidsgordelsystemen
• Airbagsystemen
• Extra actieve hoofdsteunen
• Actief motorkapsysteem
• Kinderzitjes
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN:
Lees de informatie in dit hoofdstuk aandachtig door.
Hierin wordt uitgelegd hoe u het beveiligingssysteem
voor inzittenden op de juiste wijze gebruikt om uw
passagiers en uzelf optimaal te beschermen.
Hier volgen enkele eenvoudige adviezen om het risico
op letsel door een geactiveerde airbag te verminderen:
1. Kinderen van 12 jaar en jonger moeten altijd goed
vastgegespt op de achterbank zitten. (afb. 127)
2. Wanneer een kind van 2 tot 12 jaar (niet in een
tegen de rijrichting geplaatst kinderzitje) op de pas-
sagiersstoel moet worden vervoerd, schuif dan de
stoel zo ver mogelijk naar achteren en gebruik het
geschikte type kinderzitje. (Raadpleeg "Kinderzit-
jes")
3. Kinderen die niet groot genoeg zijn om de veilig-
heidsgordel op de juiste wijze te dragen (zie "Kin-
derzitjes") moeten veilig op de achterbank worden
vervoerd in een kinderzitje of op een zitverhoger.
Oudere kinderen die geen kinderzitje of zitverhoger
gebruiken, moeten altijd goed vastgegespt op de
achterbank zitten.
4. Sta nooit toe dat kinderen de schoudergordel onder
de arm door dragen of achter de rug langs laten
lopen.
(afb. 127)
Waarschuwingslabel op zonneklep voorpassagier
201
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










