Operation Manual
GEAVANCEERD
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
AUTOGORDEL (BeltAlert)
BeltAlert is een voorziening die de bestuurder en
voorpassagier (indien BeltAlert voor de voorpassagier
aanwezig is) eraan herinnert de veiligheidsgordel vast
te gespen. De functie is actief wanneer de contactscha-
kelaar in de stand START of ON/RUN staat. Als de
veiligheidsgordel van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgegespt, gaat het waarschuwingslampje voor
de veiligheidsgordels branden totdat beide gordels
vóór zijn vastgegespt.
De BeltAlert-waarschuwingscyclus begint wanneer de
auto een snelheid van meer dan 8 km/u bereikt: het
waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordels knip-
pert en er klinkt een geluidssignaal met tussenpozen.
Wanneer de cyclus is gestart, wordt deze volledig
afgewerkt of gestopt wanneer de desbetreffende vei-
ligheidsgordels zijn vastgegespt. Nadat de cyclus is
voltooid, blijft het waarschuwingslampje voor de veilig-
heidsgordels branden totdat de desbetreffende veilig-
heidsgordels zijn vastgegespt. De bestuurder behoort
alle overige inzittenden erop te wijzen hun veiligheids-
gordels vast te gespen. Als een veiligheidsgordel vóór
niet is vastgegespt bij een snelheid hoger dan 8 km/u,
geeft BeltAlert zowel een geluidssignaal als een visuele
aanduiding weer.
BeltAlert voor de voorstoel aan passagierszijde is niet
actief wanneer er niemand in de stoel zit. BeltAlert kan
worden geactiveerd wanneer zich op de voorstoel aan
passagierszijde een dier of zwaar voorwerp bevindt of
wanneer de stoel is neergeklapt (indien deze voorzie-
ning aanwezig is). Het wordt aanbevolen huisdieren
aangelijnd, of in een met de veiligheidsgordels beves-
tigde reismand, op de achterbank (indien aanwezig) te
vervoeren en bagage goed op te bergen.
BeltAlert kan door uw erkende dealer worden in- en
uitgeschakeld. Fiat Group raadt het uitschakelen van
BeltAlert af.
OPMERKING: Als BeltAlert is uitgeschakeld, blijft
het waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordels
branden zolang de bestuurdersgordel of de gordel van
de voorpassagier (indien uitgerust met BeltAlert) niet
zijn vastgegespt.
DRIEPUNTSGORDELS
Alle zitplaatsen in uw auto zijn uitgerust met driepunts-
gordels.
Het oprolmechanisme blokkeert alleen bij noodstops
of aanrijdingen. Daardoor kan het schouderdeel van de
veiligheidsgordel onder normale omstandigheden vrij
bewegen. Bij een aanrijding wordt de veiligheidsgordel
echter geblokkeerd om het risico te beperken dat u in
aanraking komt met de binnenzijde van de auto of uit
de auto wordt geslingerd.
203
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










