Operation Manual

aanrijding strak tegen het lichaam van de inzittende te
trekken. Gordelspanners werken bij alle lichaamsafme-
tingen, ook bij gebruik van kinderzitjes.
OPMERKING: Bij gebruik van een gordelspanner
dient de veiligheidsgordel nog steeds op de juiste wijze
worden omgedaan. De gordel moet nauw aansluiten en
op de juiste wijze worden gedragen.
De gordelspanners worden geactiveerd door de con-
troller van het beveiligingssysteem voor inzittenden.
Net als de airbags zijn ook de gordelspanners slechts
geschikt voor eenmalig gebruik. Een geactiveerde gor-
delspanner of airbag dient onmiddellijk te worden ver-
vangen.
SPANKRACHTBEGRENZER
In deze auto is het veiligheidsgordelsysteem voor de
voorste zitplaatsen voorzien van een spankrachtbe-
grenzer, die bij aanrijdingen kan helpen om het risico
van letsel verder te verlagen. Dit veiligheidsgordelsys-
teem heeft een oprolmechanisme dat de gordelband
op een gecontroleerde manier afwikkelt.
EXTRA ACTIEVE HOOFDSTEUNEN
Deze hoofdsteunen zijn passieve componenten die
kunnen worden geactiveerd. Auto's met dit systeem
kunnen niet eenvoudigweg aan de hand van markerin-
gen worden geïdentificeerd, maar alleen door visuele
inspectie van de hoofdsteun. De hoofdsteun zal zich in
twee helften splitsen; de voorste helft bestaat uit zacht
schuim en bekleding en de achterste helft uit decoratief
kunststof.
Werking van de actieve hoofdsteunen
De controller van het veiligheidssysteem voor inzitten-
den bepaalt afhankelijk van de kracht of van het type
botsing van achteren of de actieve hoofdsteunen moe-
ten worden geactiveerd. Als activering noodzakelijk is
bij een botsing van achteren, worden de actieve hoofd-
steunen van zowel de bestuurders- als passagiersstoel
geactiveerd.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een botsing
van achteren worden geactiveerd, schuift de voorste
helft van de actieve hoofdsteun naar voren om de
afstand tussen het achterhoofd van de inzittende en de
actieve hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsingen van
achteren het risico van letsel bij de bestuurder en
voorpassagier te voorkomen of te verlagen.
OPMERKING: De actieve hoofdsteunen kunnen wel
of niet geactiveerd worden bij een frontale botsing of
een botsing van opzij. Als echter tijdens een frontale
botsing een secundaire botsing van achteren plaats-
vindt, kunnen de actieve hoofdsteunen geactiveerd
worden naargelang het soort botsing.
(afb. 132)
209
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD