Operation Manual

ACTIEF MOTORKAPSYSTEEM
Het actieve motorkapsysteem is bedoeld om de be-
scherming van voetgangers te verhogen door de mo-
torkap van de auto omhoog te laten springen bij een
aanrijding van een voetganger of object. Het systeem
wordt automatisch geactiveerd wanneer de auto bin-
nen een gespecificeerd snelheidsbereik rijdt. Het sys-
teem moet een verscheidenheid aan voetgangers kun-
nen detecteren, waardoor het ook mogelijk is dat
andere aangereden objecten het actieve motorkapsys-
teem in werking stellen.
Sensoren en regeleenheden voor activering
De elektronische voetgangersbeschermingsmodule
(EPPM) bepaalt of de actuatoren bij een frontale aan-
rijding geactiveerd moeten worden. Op basis van de
signalen van de botsingsensoren bepaalt de EPPM voor
inzittenden wanneer de actuatoren geactiveerd wor-
den. De botsingsensoren bevinden zich bij de voor-
bumper. De EPPM bewaakt de gereedheid van de
elektronische onderdelen van het actieve motorkap-
systeem wanneer de contactschakelaar in de stand
START of ON/RUN staat. Als de sleutel zich in de
stand LOCK, in de stand ACC, of buiten het contact
bevindt, is het actieve motorkapsysteem niet ingescha-
keld en zal de actieve motorkap niet geactiveerd wor-
den.
De EPPM beschikt over een reservevoeding, waardoor
de actuatoren ook geactiveerd kunnen worden wan-
neer de accu leeg is of is losgekoppeld.
ONDERHOUDVAN ACTIEF
MOTORKAPSYSTEEM
Als het systeem de actieve motorkap heeft geactiveerd
of een storing in een van de onderdelen van het
systeem detecteert, licht het waarschuwingslampje
voor het airbagsysteem op en verschijnt het bericht
(afb. 136)
Teruggestelde actieve hoofdsteun
212
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD