Operation Manual

HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
WAARSCHUWING!
U of andere passagiers kunnen letsel
oplo
pen als u het voertuig onbewaakt
achterlaat en de handrem niet goed heeft aan-
getrokken. De handrem moet altijd worden aan-
getrokken als de bestuurder zich niet in het voer-
tuig bevindt, vooral op een helling.
Trap voordat u schakelt het koppelingspedaal volledig
in. Trap terwijl u het koppelingspedaal op laat komen
het gaspedaal iets in.
(afb. 157)
Schakel in numerieke volgorde door de versnellingen
heen sla er geen over. Zorg dat de eerste versnelling
is ingeschakeld (niet de derde), wanneer u uit stilstand
wegrijdt. De koppeling kan beschadigd raken als u
vanuit de derde versnelling wegrijdt.
Bij de meeste stadsritten is het gemakkelijker om alleen
de lage versnellingen te gebruiken. Voor rijden met een
constante rijsnelheid op snelwegen, met af en toe iets
accelereren, wordt de zesde versnelling aanbevolen.
Laat nooit tijdens het rijden uw voet op het koppelings-
pedaal rusten en probeer nooit de auto op een helling
in bedwang te houden door de koppeling te laten
slippen. Hierdoor ontstaat abnormaal grote koppe-
lingsslijtage.
Om achteruit (REVERSE) te schakelen trekt u de ring
net onder de schakelhendel naar boven en schakelt u
naar de stand REVERSE (R).
Schakel alleen naar de achteruitversnelling vanuit stil-
stand.
OPMERKING: Onder koude weersomstandigheden
als de olie van de transmissie nog niet op bedrijfstem-
peratuur is, kan het schakelen wat zwaarder gaan. Dit is
normaal en niet schadelijk voor de transmissie.
(afb. 157)
Schakelpatroon (zes versnellingen)
258
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
V
ALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD