Operation Manual
de auto stapt zonder de schakelhendel in de stand
PARK te zetten.
Daarnaast vergrendelt het systeem ook de transmissie
in de stand PARK wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
Blokkeersysteem rem/transmissie
Deze auto is voorzien van rem-/schakelblokkering
(BTSI) die ervoor zorgt dat de schakelhendel in de
stand PARK blijft tenzij het rempedaal wordt ingetrapt.
Om de schakelhendel uit de stand PARK te zetten,
moet de cont actschakelaar in de stand ON/RUN wor-
den gezet (met draaiende motor of niet) en moet het
rempedaal zijn ingetrapt.
Viertraps of zestraps automatische
versnellingsbak
De indicator voor de standen van de schakelhendel (in
de instrumentengroep) geeft de schakelgroep aan. U
moet het rempedaal ingetrapt houden om de schakel-
hendel uit de stand PARK te kunnen bewegen (raad-
pleeg de paragraaf "Schakelblokkeersysteem" in dit
hoofdstuk voor meer informatie hierover). Om te gaan
rijden dient u de schakelhendel vanuit de stand PARK
of NEUTRAL in de stand DRIVE te zetten.
De elektronisch geregelde versnellingsbak zorgt voor
een nauwkeurig schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-kalibrerend. Hier-
door kunnen de eerste schakelingen bij een nieuwe
auto in het begin wat abrupt zijn. Dat is echter normaal.
Het nauwkeurige schakelpatroon ontwikkelt zich bin-
nen enkele honderden kilometers rijden.
De elektronisch geregelde versnellingsbak zorgt voor
een nauwkeurig schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-kalibrerend. Hier-
door kunnen de eerste schakelingen bij een nieuwe
auto in het begin wat abrupt zijn. Dat is echter normaal.
Het nauwkeurige schakelpatroon ontwikkelt zich bin-
nen enkele honderden kilometers rijden.
U mag uitsluitend van DRIVE naar PARK of REVERSE
schakelen nadat u het gaspedaal hebt losgelaten en de
auto tot stilstand is gekomen. Houd altijd uw voet op
het rempedaal als u naar deze standen schakelt.
De schakelhendel heeft de standen PARK, REVERSE,
NEUTRAL, DRIVE en AutoStick® (-/+). U kunt hand-
matig schakelen met behulp van het AutoStick® scha-
kelsysteem (raadpleeg "AutoStick®" in dit hoofdstuk
voor meer informatie). Door de schakelhendel in de
stand AutoStick® (-/+) te zetten (onder de st and
Drive), wordt de modus AutoStick® geactiveerd. U
kunt dan handmatig schakelen en de huidige versnelling
wordt in de instrumentengroep weergegeven. In de
stand AutoStick® kunt u handmatig schakelen door de
schakelhendel kort naar links (-) of rechts (+) te duwen.
(afb. 158)
261
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
V
ALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










