Operation Manual

DRIVE (D)
Deze stand is bedoeld voor het rijden in de stad en op
de grote weg. In deze stand schakelt de versnellingsbak
het soepelst en rijdt u het zuinigst. De versnellingsbak
schakelt automatisch op naar alle versnellingen. De
stand DRIVE zorgt voor optimale rijeigenschappen
onder alle normale omstandigheden.
Als er echter veel geschakeld wordt (bijvoorbeeld
wanneer de auto zwaar beladen is, in heuvelachtig
terrein, bij rijden met sterke tegenwind of met een
zware aanhangwagen) gebruikt u AutoStick® (raad-
pleeg "AutoStick®" in dit hoofdstuk voor meer infor-
matie) om een lagere versnelling te selecteren. Onder
deze omstandigheden presteert de auto beter in een
lagere versnelling en wordt de levensduur van de ver-
snellingsbak verlengd omdat het schakelen wordt be-
perkt en minder hitte wordt gegenereerd.
Als de temperatuur in de versnellingsbak de normale
bedrijfstemperatuur overschrijdt, wijzigt de controller
van de aandrijflijn het schakelpatroon en wordt het
bereik voor het aangrijpen van de koppelomvormer-
koppeling vergroot. Hiermee voorkomt u schade aan
de versnellingsbak door oververhitting.
Bij lage temperaturen kan de werking van de transmis-
sie veranderen afhankelijk van de temperatuur van de
motor en de transmissie alsmede van de rijsnelheid. Dit
zorgt ervoor dat de motor en de versnellingsbak snel-
ler opwarmen zodat maximale efficiëntie wordt be-
reikt.
Het aangrijpen van de koppelomvormerkoppeling
wordt tegengehouden totdat de transmissievloeistof
op bedrijfstemperatuur is (raadpleeg "Opmerking" on-
der "Koppelomvormerkoppeling" in dit hoofdstuk). Bij
extreem lage temperaturen (-27 °C of lager) kan de
werking kortstondig tot alleen de tweede versnelling
beperkt blijven (voor viertraps versnellingsbak) of de
derde versnelling (voor zestraps versnellingsbak).
Noodloopmodus van de versnellingsbak
De werking van de versnellingsbak wordt elektronisch
gecontroleerd op abnormale situaties. Als een situatie
wordt gedetecteerd die schade aan de versnellingsbak
kan veroorzaken, wordt de noodloopmodus van de
versnellingsbak geactiveerd. In deze modus blijft de
versnellingsbak in de tweede versnelling (voor 4-traps
versnellingsbak) of derde versnelling (voor 6-traps ver-
snellingsbak), ongeacht welke vooruitversnelling is ge-
kozen. PARK, REVERSE en NEUTRAL blijven wel wer-
ken. Het is mogelijk dat het storingslampje brandt.
Dankzij de noodloopmodus kan de auto voor reparatie
naar een erkende dealer worden gereden zonder dat
de versnellingsbak beschadigd raakt.
265
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
V
ALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD