Operation Manual
• Indien nodig schakelt de transmissie automatisch op
om te hoge motortoerentallen te voorkomen.
• De versnellingsbak schakelt automatisch terug als de
snelheid van de auto afneemt (om stotteren van de
motor te voorkomen), waarbij de huidige versnelling
wordt aangegeven.
• De versnellingsbak schakelt automatisch terug naar
de eerste versnelling wanneer de auto tot stilstand
komt. Na stilstand moet de bestuurder handmatig
opschakelen (+) tijdens het optrekken.
• U kunt vanuit stilstand of in de eerste of tweede
versnelling wegrijden. Als u kort op (+) drukt (bij
stilstand) kunt u wegrijden in de tweede versnelling.
Wegrijden in de tweede versnelling is handig als het
wegdek glad is door sneeuw of ijs.
• Als door terugschakelen het maximum motortoe-
rental wordt overschreden, vindt het terugschakelen
niet plaats.
• Maak geen gebruik van de cruisecontrol als
AutoStick is ingeschakeld.
• Het schakelen van de transmissie valt meer op als
AutoStick is ingeschakeld.
• Het systeem kan terugkeren naar de automatische
schakelmodus als een storing of oververhitting
wordt gedetecteerd.
U kunt de stand AutoStick uitschakelen door de scha-
kelhendel weer in de stand DRIVE te zetten. U kunt
AutoStick op elk moment in of uitschakelen zonder dat
u uw voet van het gaspedaal hoeft te nemen.
WAARSCHUWING!
Schakel op gladde wegen niet terug om
te remm
en op de motor. De aangedre-
ven wielen kunnen hun grip verliezen, waardoor
de auto in een slip kan raken, wat een aanrijding
of persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
268
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
V
ALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










