Operation Manual

AANDRIJVING OP ALLE WIELEN
(AWD) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Met deze voorziening kunt u de vierwielaandrijving
(AWD) inschakelen. Het systeem werkt automatisch,
de bestuurder hoeft niets te bedienen en heeft geen
extra vaardigheden nodig. Onder normale rijomstan-
digheden hebben de voorwielen de meeste grip. Als de
voorwielen grip dreigen te verliezen, wordt er automa-
tisch meer trekkracht overgebracht op de achter wie-
len. Hoe meer grip de voorwielen verliezen, hoe meer
trekkracht er naar de achterwielen wordt overgedra-
gen.
Bovendien wordt op een droog wegdek bij krachtig
accelereren (waar geen wielspin optreedt), het koppel
naar de achterwielen geleid, om preventief de tractie
en de rijeigenschappen te verbeteren.
Alle wielen moeten banden hebben met
dezelfde maat en van hetzelfde type. Ge-
bruik geen banden met een verschillende
bandmaat. Een ongelijke bandenmaat kan tot
beschadiging van de krachtoverbrenging leiden.
RIJDEN OP GLAD WEGDEK
OPTREKKEN
Snel optrekken op een besneeuwd, nat of anderszins
glad wegdek kan doorslippen van de aangedreven wie-
len en zijdelings wegglijden van de auto tot gevolg
hebben. Dit komt voor wanneer de voorwielen (de
aangedreven wielen) verschillende grip hebben.
WAARSCHUWING!
Snel optrekken op een glad wegdek is
gev
aarlijk. Bij een verschil in grip van de
wielen kan de auto zijwaarts gaan glijden. U zou
de macht over het stuur kunnen verliezen en een
aanrijding kunnen veroorzaken. Trek langzaam
op wanneer u weet dat er weinig grip is (ijs,
sneeuw, nat wegdek, modder, mul zand, enz.).
269
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
W
AARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
V
ALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD