Operation Manual

NOODGEVALLEN
STARTEN MET STARTKABELS
Wanneer de accu van uw auto leeg is, kan de motor
met behulp van een set startkabels en een accu in een
andere auto, of met een draagbare snellader weer
worden gestart. Bij onjuist gebruik kan het starten met
startkabels gevaarlijk zijn. Houd u daarom zorgvuldig
aan de hier beschreven procedures.
WAARSCHUWING!
Probeer de auto niet met startkabels te
star
ten wanneer de accu bevroren is. De
accu kan hierdoor openscheuren of exploderen,
met kans op persoonlijk letsel.
Gebruik geen draagbare snellader of een
andere lader met een systeemspanning
groter dan 12 volt. Dit kan schade toe-
brengen aan de accu, startmotor, dynamo of het
elektrische systeem.
OPMERKING: Bij gebruik van een draagbare snella-
der moeten de door de fabrikant geleverde bedienings-
voorschriften en vereiste voorzorgmaatregelen wor-
den uitgevoerd.
VOORBEREIDINGVOOR HET STARTEN
MET STARTKABELS
De accu in uw auto bevindt zich tussen de linker
koplampeenheid en het spatscherm van het linker
voorwiel. Om met hulpstartkabels te kunnen starten,
bevinden zich twee aansluitingen links in de motor-
ruimte.
(afb. 167)
(afb. 167)
Externe accupolen
1 Positieve (+) hulppool (afgedekt door beschermkap)
2 Negatieve (-) hulppool
295
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SER
VICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD