Operation Manual
• Controlelampje ESP uitgeschakeld
Dit lampje geeft aan dat het elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESP) is uitgescha-
keld door de bestuurder.
RODEVERKLIKKERLAMPJES EVIC
In dit gedeelte worden instelbare rode indicatoren
getoond. Voorbeelden van deze indicatoren zijn:
• Portier open
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
een of meerdere portieren mogelijk open
zijn.
• Waarschuwingslampje oliedruk
Dit lampje wijst op een te lage motoroliedruk.
Als het lampje tijdens het rijden gaat branden,
zet de auto dan veilig stil en zet de motor zo snel
mogelijk af. Als het lampje aangaat, klinkt er een
geluidsignaal.
Start de motor pas opnieuw wanneer het probleem is
verholpen. Dit lampje geeft geen informatie over het
motoroliepeil. Het motoroliepeil moet worden gecon-
troleerd in de motorruimte.
• Lampje van het laadsysteem
Dit lampje geeft informatie over het functione-
ren van het elektrische laadsysteem. Dit lampje
moet gaan branden als de contactschakelaar voor het
eerst in de stand ON wordt gezet om een gloeilamp-
controle uit te voeren. Als het lampje blijft branden of
gaat branden tijdens het rijden, schakel dan de elektri-
sche apparaten uit die niet noodzakelijk zijn voor het
rijden of verhoog het motortoerental (als de motor
stationair draait). Als het lampje van het laadsysteem
blijft branden, is er een probleem met het laadsysteem.
Laat de auto dan ONMIDDELLIJK CONTROLEREN.
Neem contact op met een erkende dealer.
Wanneer met startkabels moet worden gestart, raad-
pleeg dan "Starten met startkabels" onder "Noodge-
vallen".
• Lampje elektronisch gaspedaal (ETC)
Dit lampje wijst u op een probleem met het
elektronische gaspedaal (ETC). Dit lampje
gaat branden als de contactschakelaar voor
het eerst in de stand ON wordt gezet om een
gloeilampcontrole uit te voeren. Als het lampje niet
gaat branden tijdens het starten, moet u het systeem
laten controleren door een erkende dealer.
Als er een probleem wordt gedetecteerd, gaat het
lampje branden wanneer de motor draait. Schakel het
contact uit en opnieuw in wanneer de auto volledig
stilstaat en de schakelhendel in de stand PARK staat
(voor bepaalde uitvoeringen/landen). Het lampje moet
dan doven.
26
UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










