Operation Manual
STUURVERWARMING (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Het stuur wiel is voorzien van een verwarmingselement
dat bij koud weer uw handen verwarmt. De stuurver-
warming kent slechts één temperatuurinstelling. Nadat
de stuurverwarming is ingeschakeld, wordt het stuur
tot 80 minuten verwarmd, waarna de stuurverwarming
automatisch wordt uitgeschakeld. De stuurverwarming
wordt mogelijk eerder uitgeschakeld of helemaal niet
ingeschakeld als het stuur al warm is.
De bedieningstoets voor de stoelverwarming vóór
bevindt zich in het Uconnect®-systeem. U vindt de
bedieningstoets via het scherm "Climate" (klimaat) of
het scherm "Controls" (bedieningselementen).
• Raak de toets stoelverwarming
één keer aan om
het verwarmingselement in te schakelen.
• Raak de toets stoelverwarming
een tweede keer
aan om het ver warmingselement uit te schakelen.
OPMERKING: De stuurverwarming werkt alleen als
de motor draait.
WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid
k
unnen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere licha-
melijke conditie, moeten voorzichtig zijn bij het
gebruik van de stuurverwarming. Deze kan zelfs
bij lage temperaturen brandwonden veroorza-
ken, met name als de verwarming langdurig
wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op het stuur die
warmte-isolerend werken, zoals een deken of
stuurhoes. Hierdoor kan de stuurverwarming
oververhit raken.
68
UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










