Operation Manual

AANJAGERKNOP ACHTERIN
U kunt de aanjagerknop achterin handmatig instellen
op de stand "off" of op elke gewenste aanjagersnelheid
door de knop van laag naar hoog te draaien. Zo kunnen
de passagiers achterin de luchthoeveelheid regelen die
naar het achtercompartiment van de auto wordt ge-
voerd.
(afb. 49)
Lucht stroomt het automatische luchtre-
gelsysteem achterin via een inlaatrooster
binnen. Dit rooster bevindt zich aan de
rechterzijde in het bekledingspaneel. De roosters
achterin zijn aangebracht in het rechter
bekledingspaneel. Zorg dat u het luchtinlaatroos-
ter of de ventilatieroosters niet blokkeert door
voorwerpen of anderszins.Het elektrisch systeem
kan zo overbelast raken en de aanjagermotor
beschadigen.
TEMPERATUURREGELING ACHTERIN
Als u de temperatuur achterin wilt wijzigen, draait u de
temperatuurregelknop linksom om de temperatuur te
verlagen of rechtsom om de temperatuur te verhogen.
De instellingen voor de temperatuur achterin worden
weergegeven in het Uconnect® systeem.
Wanneer de bedieningselementen achterin door het
Uconnect® systeem zijn vergrendeld, brandt het sym-
bool "Temperatuur achterin vergrendeld" op de tem-
peratuurregelknop en alle instellingen via de dakcon-
sole achterin worden genegeerd.
REGELKNOP LUCHTDISTRIBUTIE
ACHTERIN
Dakbekleding stand
Er komt lucht naar binnen via de ventilatieroos-
ters in de dakbekleding. U kunt deze roosters
(afb. 49)
Handbediende klimaatregeling achterin
1 Aanjager achterin 3 Modus achter
2 Temperatuur achter 4 Vergrendeling klimaat-
regeling achterin
81
UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD