Operation Manual
Daarna zal de aanjager steeds sneller gaan draaier en
overgaan op het gewenste toerental voor de automa-
tische modus.
Handmatige bediening opheffen
Met het systeem kunt u ook handmatig het aanjager-
toerental, de luchtverdeling, de airco en de recirculatie
bedienen.
Het aanjagertoerental kan op elke gewenste constante
waarde worden ingesteld met de aanjagerschakelaar.
De aanjager werkt dan met een vast toerental, totdat
een ander toerental wordt gekozen. Zo kunnen de
inzittenden voorin de luchthoeveelheid regelen die in
het voertuig circuleer t en de automatische stand annu-
leren.
Ook de richting van de luchtstroom kan worden geko-
zen door een van de beschikbare standen te selecteren.
Ook de airco en recirculatie kan handmatig worden
bediend.
OPMERKING: Deze functies werken onafhankelijk
van elkaar. Als een functie met de hand wordt bediend,
blijft de temperatuurregeling automatisch werken.
Automatische temperatuurregeling achterin
(ATC) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Het ATC systeem achterin heeft luchtroosters in de
vloer rechtsachter de 3e zitrij en luchtroosters boven
beide buitenste zitplaatsen van de 3e zitrij. Het sys-
teem voert warme lucht toe via beide vloeropeningen
of koele, gedroogde lucht via de ventilatieroosters in
de dakbekleding.
De toetsen van de temperatuurregeling achterin bevin-
den zich in het Uconnect® systeem, op het
instrumentenpaneel. (afb. 54) (afb. 55)
(afb. 54)
Uconnect® 4.3 schermtoetsen automatische
klimaatregeling achterin
1 — Toets Aanjager hoger 2 — Toets Mode (modus)
3 — Toets Temperature
(temperatuur)
4 — Toets Aanjager lager
5 — Toets Done (gereed)
6 — Toets Rear Lock (ach-
terin geblokkeerd)
7 — Toets Rear Auto (ach-
terin automatisch)
8 — Toets Rear Off (ach-
terin uit)
89
UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHU-
WINGS-
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
SERVICE EN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD










