Operation Manual

105
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand), schakelen de
ruitensproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve seconde aangetrokken houdt, dan
worden in een beweging de ruitenwissers/-sproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, stoppen de ruitensproeiers onmiddellijk terwijl de
ruitenwissers nog 4 slagen maken.
Na vijf seconden volgt nog een extra reinigingsslag.
REGENSENSOR (indien aanwezig)
De regensensor (A) bevindt zich achter de binnenspiegel en staat in
contact met de voorruit. De sensor zorgt ervoor dat de frequentie van
de slagen van de ruitenwissers automatisch wordt aangepast aan de
hoeveelheid regen op de ruit.
BELANGRIJK Houd de ruit in de omgeving van de sensor schoon.
Inschakelen
Plaats de rechter hendel een stand naar beneden.
Als de regensensor wordt ingeschakeld, maken de ruitenwissers 1 slag.
F0H0074m
F0H0245m