Operation Manual

246
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
F0H0193m
F0H0194m
F0H0195m
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VER-
VANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen vervangen:
verwijder het plafondlampje (A) op de door de pijl aangegeven pun-
ten;
open het beschermdeksel (B);
maak de lampen (C) los uit de veercontacten aan de zijkant en ver-
vang ze; controleer of de nieuwe lampen goed vastzitten in de veer-
contacten;
sluit het beschermdeksel (B) en plaats het plafondlampje (A) in de zit-
ting; controleer of het goed geborgd is.
PLAFONDVERLICHTING ACHTER (indien aanwezig)
Gloeilampen vervangen:
verwijder het plafondlampje (D) op de door de pijlen aangegeven
punten;
open het beschermdeksel (E);
maak de lamp (F) los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang
hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten;
sluit het beschermdeksel (E) en plaats het plafondlampje (D) in de zit-
ting; controleer of het goed geborgd is.