Operation Manual
141
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
GLOEILAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de vorige paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de gloeilampen
voor het dimlicht, het grootlicht, de bui-
tenverlichting en de richtingaanwijzer op-
genomen.
DIMLICHT/GROOTLICHT fig. 9
Gloeilamp vervangen:
❒
trek aan de lip om het middelste dek-
sel A te verwijderen;
❒
maak de stekker los;
❒
haak de borgveer van de lamp los;
❒
vervang de lamp, monteer het deksel A
en controleer of het deksel goed vastzit.
BUITENVERLICHTING fig. 9
Gloeilamp vervangen:
❒
trek aan de lip om het middelste dek-
sel A te verwijderen;
❒
neem de geklemd gemonteerde lamp-
houder uit en maak de stekker los;
❒
vervang de lamp, monteer het deksel A
en controleer of het deksel goed vastzit.
fig. 9
F0P0178m