Operation Manual
157
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
ZWAAR GEBRUIK VAN
DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware be-
drijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒
trekken van aanhangers of caravans;
❒
rijden op stoffige wegen;
❒
veel korte ritten (minder dan 7-8 km)
en bij buitentemperaturen onder nul;
❒
bij een vaak langdurig stationair draai-
ende motor of lange ritten bij lage
snelheden (bijv. bij huis-aan-huis be-
zorging) of als de auto lang stilstaat;
❒
in stadsverkeer;
is het noodzakelijk de volgende contro-
les vaker uit te voeren, dan in het Onder-
houdsschema staat aangegeven:
❒
remblokken voor (schijfremmen) op
conditie en slijtage controleren;
❒
vergrendelmechanismen van de mo-
torkap en laadruimte op vervuiling
controleren en mechanismen smeren;
❒
visueel de conditie controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijfassen,
uitlaat, brandstof- en remleidingen,
rubber delen (stofkappen, hoezen
enz.) en rubber slangen van rem- en
brandstofsysteem;
❒
acculading en niveau van het elektro-
lyt in de accu controleren;
❒
conditie van de aandrijfriemen voor de
hulporganen visueel controleren;
❒
pollenfilter controleren en eventueel
vervangen;
❒
luchtfilter controleren en eventueel
vervangen.
PERIODIEKE
CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒
niveau van de motorkoelvloeistof;
❒
niveau van de remvloeistof;
❒
niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❒
conditie en spanning van de banden;
❒
werking verlichting (koplamp-/achter-
lichtunits, richtingaanwijzers, waar-
schuwingsknipperlichten enz.);
❒
werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor en
achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PE-
TRONAS LUBRICANTS omdat die spe-
ciaal zijn afgestemd op de Fiat modellen
(zie de “Vullingstabel” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).