SCUDO UM NL 23-06-2009 8:22 Pagina 1 F I A T S C U D O NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.
SCUDO UM NL:SCUDO UM ITA 30-05-2011 14:30 Pagina 2 WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan werkelijk elk detail en onderdeel. In de erkende Fiat Professional Service garages vindt u technici die rechtstreeks door ons zijn opgeleid die kwaliteit en professionaliteit bieden voor alle onderhoudswerkzaamheden.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 2 HET HERKENNEN VAN DE ORIGINELE ONDERDELEN Alle Originele Onderdelen worden onderworpen aan strenge controles, zowel in de ontwerp- als constructiefase, door specialisten die het gebruik van uiterst moderne materialen controleren en hiervan de betrouwbaarheid testen. Dat is bedoeld om de performance en veiligheid voor u en uw passagiers te garanderen. Vraag altijd om een Origineel Onderdeel en controleer of dit gebruikt is.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 1 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat SCUDO. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat SCUDO volledig te benutten.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 3 ELEKTRISCHE APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk. Deze kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Goed onderhoud van de auto is de beste manier om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende langere tijd te garanderen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 4 4 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN DASHBOARD........................................................................ SYMBOLEN ........................................................................... FIAT CODE ........................................................................... DE SLEUTELS ..
DASHBOARD F0P0600m 1. Verstelbare uitstroomopeningen zijkant - 2. Vaste uitstroomopeningen zijkant - 3. Linker hendel: bediening buitenverlichting - 4. Instrumentenpaneel - 5. Rechter hendel: bediening ruitenwissers voor/achter, tripcomputer - 6. Bedieningsknoppen op het dashboard - 7. Verstelbare luchtroosters midden - 8. Frontairbag passagierszijde (indien aanwezig) - 9. Dashboardkastje - 10. Autoradio (indien aanwezig) - 11. Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning - 12.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 6 6 SYMBOLEN FIAT CODE Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen, als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 7 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN DE SLEUTELS CODE-CARD (voorruit en zijruiten) F0P0321m SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING fig. 2-3 Ga voor het inklappen in de handgreep als volgt te werk: Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card altijd bij u te hebben.
LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 8 Cabineportieren ontgrendelen ª Als deze knop een keer wordt ingedrukt, worden uitsluitend de portieren van de cabine ontgrendeld. De richtingaanwijzers knipperen twee keer. Door een tweede keer op deze knop te drukken, worden ook de zij- en achterdeuren ontgrendeld. Deze selectieve ontgrendelwijze is ingesteld op het moment dat de auto wordt afgeleverd.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 9 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Extra afstandsbedieningen bestellen ❒ plaats de twee helften weer op elkaar en controleer of ze goed vastgeklikt zitten. Als de batterij is vervangen of als de accu (van de auto) losgekoppeld is geweest, dan moet de afstandsbediening op de volgende wijze worden geïnitialiseerd: ❒ Wacht ten minste een minuut voordat de afstandsbediening wordt gebruikt en houd de afstandsbediening in stand A.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 10 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN DIEFSTALALARM (indien aanwezig) 10 fig. 7 F0P0601m MECHANISCHE SLEUTEL fig. 7 De metalen baard A zit vast aan de sleutel. De sleutel dient voor: ❒ het start-/contactslot; ❒ de sloten van de portieren; ❒ het ont-/vergrendelen van de tankdop.
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening): Ruiten openen (indien van toepassing) Ruiten sluiten (indien van toepassing) Sleutel linksom draaien (bestuurderszijde en zijschuifdeur, indien aanwezig) Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde en zijschuifdeur, indien aanwezig) – – – – Sleutel linksom draaien (bestuurderszijde en zijschuifdeur, indien aanwezig) Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde en zijschuifdeur, indien aanwezig)
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 12 12 START-/CONTACTSLOT STUURSLOT De sleutel kan in 4 standen worden gedraaid fig. 8: Inschakelen ❒ S: motor uit, sleutel uitneembaar, stuurslot ingeschakeld. Zet de sleutel in stand S, trek de sleutel uit het start-/contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D Toerenteller ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS F0P0012m ALFABETISCH REGISTER fig. 9 NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN E Multifunctioneel display VEILIGHEID A Snelheidsmeter STARTEN EN RIJDEN INSTRUMENTENPANEEL DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.
INSTRUMENTEN De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten kunnen per uitvoering verschillen. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 14 14 fig. 10 F0P0013m fig. 11/a F0P0014m SNELHEIDSMETER fig. 10 TOERENTELLER fig. 11/a Geeft de snelheid van de auto aan. De toerenteller geeft het toerental per minuut van de motor aan.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER C-fig. 11/b K brandstoftank vol (zie de paragraaf “Tanken”). å brandstoftank leeg. Het waarschuwingslampje K gaat branden als er nog ongeveer 7 liter brandstof aanwezig is. Rijd niet met een bijna lege brandstoftank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator beschadigen. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank aanwezig is. NOODGEVALLEN BRANDSTOFMETER B-fig.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 16 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID 1/2 16 fig. 12 F0P0285m fig. 13 F0P0353m Lampjes op het bovenste paneel DISPLAY Op enkele uitvoeringen kunnen op het bovenste paneel fig. 12 (boven de binnenspiegel) de volgende lampjes aanwezig zijn: Het display fig.
001-019 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.10 Pagina 17 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN GEAR SHIFT INDICATOR 1/2 STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NB De aanwijzing op het instrumentenpaneel blijft branden zolang de bestuurder niet schakelt of zolang de rijomstandigheden niet terugkeren naar een situatie waarin schakelen niet nodig is om het verbruik te verminderen.
ONDERHOUDSMETER Deze geeft informatie over de onderhoudsintervallen in relatie tot het gebruik van de auto. Werking Als de sleutel in het contactslot wordt gestoken, dan wordt gedurende enkele seconden op het display een steeksleutel weergegeven, als symbool voor de onderhoudswerkzaamheden; op het display van de totaalkilometerteller wordt het aantal kilometers (naar beneden afgerond) aangegeven dan nog kan worden afgelegd tot de volgende servicebeurt.
Op nul zetten (reset): om de gegevens op nul te zetten; houd langer dan 2 seconden de knop ingedrukt die is afgebeeld in fig. 16. Actieradius van de auto Geeft de geschatte afstand aan die nog kan worden afgelegd met de brandstof in de brandstoftank, waarbij er van uit wordt gegaan dat het rijgedrag niet verandert. Huidig verbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan dat berekend wordt over de laatst verstreken seconden van de rit.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.19 Pagina 20 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID ATTENTIE! Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten en de gordel goed laten aansluiten op borst en bekken. 20 fig. 17 F0P0015m Verstellen in lengterichting fig.
fig. 22 F0P0122m TWEEZITSBANK VOOR (indien aanwezig) A De tweezitsbank is vast ingebouwd en voorzien van driepunts-veiligheidsgordels met rolautomaat. B Deze bank kan uitgerust zijn met een uitklapbare klep fig. 22 die als werkblad gebruikt kan worden. Trek voor het gebruiken van het werkblad aan de lip. fig. 19 F0P0017m Lendensteunverstelling (indien aanwezig) fig. 18/a Bedien de hendel A om het steunvlak van de rugleuning aan te passen. Stoelverwarming (indien aanwezig) fig.
ZITPLAATSEN ACHTER TWEEZITSBANK Aparte stoel ❒ tweezitsbank met vaste rugleuning; Deze kan worden omgeklapt om de toegang tot de zitplaatsen achter te vergemakkelijken, en kan ook worden verwijderd. ❒ verwijderbare tweezitsbank met afzonderlijk neerklapbare rugleuningen; Op enkele uitvoeringen kan de rugleuning van de stoel voorzien zijn van een steunvlak.
Trek aan de hendel A-fig. 25 om de rugleuning neer te klappen. – klap de rugleuning neer zoals hiervoor beschreven; Ga voor het verwijderen van de bank als volgt te werk: – laat de hoofdsteunen geheel zakken; – trek de hendel A-fig. 26 omhoog en klap de bank om; – til de bank omhoog zodat de pennen loskomen uit de verankeringen en verwijder de bank, waarbij de rugleuning goed neergeklapt moet zijn op de zitting.
Afhankelijk van de uitvoering kan de opstelling van de zitplaatsen in het interieur worden gewijzigd m.b.v. de bevestigingen op de vloer. In de volgende afbeeldingen staan enkele opstellingen afhankelijk van het type uitvoering. fig. 27/a - 5 zitplaatsen (Verlengde cabine) ) F0P0705m fig. 30 - 7 zitplaatsen F0P0126m fig. 28 - 5 zitplaatsen F0P0124m fig. 31 - 8 zitplaatsen F0P0127m fig. 29 - 6 zitplaatsen F0P0125m fig.
HOOFDSTEUN ❒ als de hoofdsteun wordt verwijderd, bevestig deze dan aan een steun Omhoog plaatsen: ❒ trek de hoofdsteun omhoog totdat hij hoorbaar vergrendelt. ❒ controleer of de veiligheidsgordels bereikbaar blijven en eenvoudig door de inzittenden kunnen worden omgelegd Omlaag plaatsen: ❒ druk op de knop A-fig. 33 of A-fig. 34 en duw de hoofdsteun omlaag. ATTENTIE! De hoofdsteunen moeten zo worden ingesteld dat ze het hoofd ondersteunen en niet de nek. Alleen in dat geval bieden ze bescherming.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.19 Pagina 26 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN STUUR Het stuurwiel kan zowel in lengterichting als in hoogte worden versteld. ❒ ontgrendel de hendel A-fig. 35 door deze naar voren te drukken (stand 2); fig. 33 F0P0026m ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 26 ❒ plaats het stuur in de gewenste stand; ❒ vergrendel de hendel A door hem naar het stuur te trekken (stand 1).
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.19 Pagina 27 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN SPIEGELS Elektrische verstelling fig. 38 ❒ anti-verblindingsstand. Dit is alleen mogelijk als de contactsleutel in stand M staat. Handel als volgt om de gewenste instelling uit te voeren: ❒ met de schakelaar A kiest u welke spiegel u wilt verstellen (links of rechts); fig. 37 F0P0030m ❒ met de schakelaar B kunt de spiegel in 4 richtingen verstellen. BUITENSPIEGELS Elektrisch inklappen fig. 38 Handmatige verstelling fig.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.19 Pagina 28 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Ontwaseming/ontdooiing (indien aanwezig) ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID De buitenspiegels zijn voorzien van verwarmingselementen die worden ingeschakeld als de achterruitverwarming wordt ingeschakeld (door op de knop () te drukken. 28 F0P0032m fig. 39 Inklappen Indien nodig (bijv.
1. Vast luchtrooster boven 2. Verstelbare luchtroosters in het midden 3. Vaste luchtroosters aan zijkant VEILIGHEID VERWARMING EN VENTILATIE DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.19 Pagina 29 5. Luchtroosters onder voor zitplaatsen voor LAMPJES EN BERICHTEN 6. Luchtroosters boven voor zitplaatsen achter (indien aanwezig). STARTEN EN RIJDEN 4. Verstelbare luchtroosters aan zijkant F0P0033m fig.
fig. 42 F0P0034m fig. 43 F0P0035m TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.19 Pagina 30 LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN EN AAN DE ZIJKANT fig. 42-43 De luchtroosters zijn verstelbaar in de door de pijlen aangegeven vier richtingen. A Vast luchtrooster voor de zijruiten. ALFABETISCH REGISTER B Verstelbare luchtroosters aan de zijkant. 30 F0P0036m fig.
❒ schakel de recirculatie uit (indien ingeschakeld); Draaiknop C voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht) Rood gebied = warme lucht Blauw gebied = koude lucht Knop D voor in-/uitschakeling van de luchtrecirculatie Als u op de knop drukt, schakelt de luchtrecirculatie in. Als u na inschakeling van de luchtrecirculatie opnieuw op de knop drukt, wordt de luchtrecirculatie uitgeschakeld. ❒ draai de knop A in stand μ; ❒ draai de draaiknop B op de gewenste snelheid.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 32 32 SNEL ONTWASEMEN/ ONTDOOIEN VOORRUITEN (VOORRUIT EN ZIJRUITEN) Ga als volgt te werk: ❒ draai de knop C in het rode vlak; ❒ schakel de recirculatie uit (indien ingeschakeld); ❒ draai de knop A in stand -; ❒ draai de knop B in stand 4 - p (maximale aanjagersnelheid).
μ voor lucht uit de luchtroosters in het midden en aan de zijkanten; ∑ voor luchttoevoer naar de beenruim- ten en voor een iets lagere temperatuur uit de luchtroosters op het dashboard (“bilevel”-stand); ∂ voor verwarming bij lage buitentem- peraturen: maximale luchtopbrengst naar de beenruimte; ∏ voor verwarming van de beenruimte en ontwaseming van de voorruit; - voor een snelle ontwaseming van de voorruit.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 34 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Knop E voor het in-/uitschakelen van de airconditioning VEILIGHEID Als de knop wordt ingedrukt (led op knop brandt), wordt de airconditioning ingeschakeld. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN Als u nogmaals op de knop drukt (lampje op de knop gedoofd), schakelt de airconditioning uit. 34 fig.
❒ schakel de luchtrecirculatie uit door de knop D in te drukken; ❒ draai de knop A in stand μ; ❒ draai de draaiknop B op de gewenste snelheid. ❒ schakel de luchtrecirculatie in door de knop D in te drukken; ❒ draai de knop A in stand μ; ❒ schakel de airconditioning in door de knop E in te drukken; het lampje op de knop E gaat branden; ❒ draai de knop B in stand 4 - p (maximale aanjagersnelheid).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 37 ❒ draai de knop A in stand - met de mogelijkheid stand ® in te schakelen als de ruiten niet beslaan; ❒ draai de knop B op de 2e snelheid. BELANGRIJK De airconditioning is zeer bruikbaar om het beslaan van de ruiten te voorkomen bij een hoge luchtvochtigheid, omdat de in het interieur gevoerde lucht wordt ontvochtigd. DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN fig. 47 F0P0039m ONTWASEMING/ ONTDOOIING ACHTERRUIT EN BUITENSPIEGELS (indien aanwezig) fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 38 38 RECIRCULATIE INSCHAKELEN fig. 46 Druk op de knop Ω. Wij raden u aan de recirculatiefunctie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt.
De automatisch gecontroleerde parameters en functies zijn: ❒ luchttemperatuur bij de uitstroomopeningen aan bestuurders-/passagierszijde voor; ❒ luchtverdeling naar de uitstroomopeningen aan bestuurders-/passagierszijde voor; ❒ aanjagersnelheid (traploze regeling van de luchtstroom); ❒ inschakeling van de compressor (voor koelen en drogen van de lucht); ❒ luchtrecirculatie.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 40 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN GEBRUIK VAN DE KLIMAATREGELING STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Het systeem kan op verschillende manieren worden ingeschakeld, maar wij raden u aan te beginnen met het indrukken van een van de knoppen AUTO en vervolgens de draaiknoppen te draaien om op het display de gewenste temperaturen in te stellen.
❒ π voor het kiezen van de luchtverdeling tijdens de ventilatie. Tijdens de volledig automatische werking van het systeem kunt u op ieder moment de ingestelde temperaturen, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid wijzigen m.b.v. de desbetreffende knoppen: het systeem wijzigt automatische de instellingen om aan de nieuwe eisen te voldoen. Voor het uitschakelen van deze twee functies is het voldoende om de temperatuurknop te draaien en de gewenste temperatuur in te stellen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 42 42 ¡ Luchtstroom verdeeld over de luch- troosters in de beenruimten voor en achter (warmere lucht) en de uitstroomopeningen in het midden en aan de zijkant van het dashboard (koelere lucht). Deze luchtverdeling is bijzonder nuttig in de gematigde seizoenen (voor- en najaar) als de zon schijnt.
❒ handmatig uitgeschakeld, door de knop E in te drukken; het symbool Ω op het display dooft. BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie kunnen de gewenste omstandigheden (verwarming of koeling van het interieur) sneller worden bereikt. Het is echter niet raadzaam deze functie handmatig in te schakelen op regenachtige of koude dagen, omdat dan de ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan, vooral als de airconditioning niet is ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 44 44 Bij lage buitentemperaturen wordt de recirculatie uitgeschakeld (met luchttoevoer van buiten) om het beslaan van de ruiten te voorkomen. Bij automatische werking wordt de recirculatie automatisch door het systeem geregeld op basis van de externe klimatologische omstandigheden.
❒ een aanjagersnelheid inschakelt op basis van de koelvloeistoftemperatuur om toevoer van nog te koude lucht voor de ontwaseming van de ruiten te beperken; ❒ de luchtstroom naar de luchtroosters voor de voorruit en de zijruiten voor leidt; ❒ de achterruitverwarming inschakelt. BELANGRIJK De functie voor snelle ontwaseming/ontdooiing van de ruiten blijft ongeveer 3 minuten ingeschakeld, nadat de koelvloeistoftemperatuur de juiste temperatuur heeft bereikt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 46 46 Systeem uitschakelen (A/C) A Het systeem schakelt uit als u op de knop A drukt.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 47 F0P0042m fig. 50 F0P0044m Draaiknop A voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht) Rode gebied = warme lucht. Blauwe gebied = koude lucht. Draaiknop B dient voor inschakelen en regelen van de aanjager 0 = aanjager uit 1-2-3 = aanjagersnelheid 4 p = aanjager op maximale snelheid TECHNISCHE GEGEVENS BEDIENINGSKNOPPEN fig. 51 ALFABETISCH REGISTER VERSTEL- EN REGELBARE LUCHTROOSTERS VOOR DE TWEEDE EN DERDE RIJ STOELEN fig.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 48 VERWARMING VAN HET INTERIEUR Ga voor een goede ventilatie in het interieur als volgt te werk: Ga als volgt te werk: ❒ draai de knop A in het blauwe vlak; VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 48 VENTILATIE VAN HET INTERIEUR ❒ schakel de recirculatie uit; fig. 52 F0P0045m ❒ draai de draaiknop B op de gewenste snelheid.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 49 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN BUITENVERLICHTING Met de linker hendel fig. 53 kunt u de buitenverlichting in- en uitschakelen. Dit wordt ingeschakeld als de draaischakelaar A van stand 0 in stand 6 wordt gezet. Inschakelen fig. 55: ❒ draai de draaiknop B in de richting van de pijl: DIMLICHTEN fig. 53 De verlichting wordt ingeschakeld als u de draaiknop A van stand 6 in stand 2/ 1 zet. fig. 54 Op het instrumentenpaneel gaat het lampje 2 branden.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 50 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN BELANGRIJK Doof bij goed zicht de mistachterlichten omdat ze hinderlijk kunnen zijn voor weggebruikers achter u. 50 fig. 56 F0P0049m BELANGRIJK De mistlampen voor, de mistachterlichten en het grootlicht kunnen ook worden ingeschakeld als de contactsleutel in stand S staat of is uitgenomen.
fig. 58 F0P0286m SCHEMERSENSOR (automatische koplampen) (indien aanwezig) Deze sensor is in staat om de verschillen in sterkte van het omgevingslicht waar te nemen op basis van de ingestelde gevoeligheid: hoe hoger de gevoeligheid, hoe minder buitenlicht er nodig is om de verlichting in te schakelen. Inschakelen fig. 58 Draai de draaiknop in stand AUTO: op deze manier gaan, afhankelijk van de sterkte van het omgevingslicht, tegelijkertijd de buitenverlichting en de dimlichten automatisch branden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 52 52 RUITEN REINIGEN Met de rechter hendel fig. 59 kunt u de ruitenwissers/-sproeiers en achterruitwisser/-sproeier (indien aanwezig) bedienen. RUITENWISSERS/SPROEIERS Deze werken uitsluitend als de contactsleutel in stand M staat.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 53 0 Ruitenwissers uitgeschakeld. I Wissen met interval. 1 Langzaam continu wissen. 2 Snel continu wissen. AUTO Inschakeling regensensor (automatische werking). Als de hendel wordt losgelaten, keert deze terug naar stand 0.
Als de ruitensproeiers worden bediend bij ingeschakelde regensensor, werkt het normale reinigingsprogramma. Daarna hervat de regensensor zijn normale automatische werking. VEILIGHEID Zet voor het uitschakelen van de regensensor de hendel van de ruitenwissers in stand I, 1 of 2. Bij uitschakeling van de functie verschijnt er een melding op het display.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 55 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Achterruitsproeier (indien aanwezig) fig. 61 De werking kan alleen plaatsvinden als het contactslot in stand M staat. Als de ruitenwissers zijn ingeschakeld en u de achteruit inschakelt, schakelt de achterruitwisser automatisch in voor maximaal zicht achter. De “verzonken” koplampsproeiers zijn in de voorbumper van de auto gemonteerd en treden in werking als u, bij ingeschakeld dimlicht, de ruitensproeiers inschakelt.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 56 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN De cruise-control toont op het instrumentenpaneel informatie over de werking en de geprogrammeerde snelheid: VEILIGHEID Gekozen functie, aanduiding voor “Cruise-Control”. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN F0P0324m 56 Functie uitgeschakeld, OFF (bijvoorbeeld bij 107 km/h). F0P0325m fig.
F0P0330m F0P0334m ❒ Bedien het gaspedaal om de gewenste snelheid te bereiken. ❒ Druk op de knop SET - of SET +. De snelheid is geprogrammeerd en ingeschakeld, waarna de auto deze snelheid aanhoudt. F0P0325m Uitschakelen (OFF) ❒ Druk de knop in of trap het rem- of koppelingspedaal in. F0P0331m Opnieuw inschakelen Druk op de knop als de cruise-control was uitgeschakeld terwijl er een snelheid is geprogrammeerd. De auto gaat met de laatst geprogrammeerde snelheid rijden.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 58 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Correct gebruik 58 Let op als de geprogrammeerde snelheid wordt gewijzigd door de knop ingedrukt te houden, omdat de snelheid snel verhoogd of verlaagd kan worden.
Gekozen functie, weergave van het symbool “Snelheidsbegrenzer”. VEILIGHEID De begrenzer toont op het instrumentenpaneel informatie over de werking en de geprogrammeerde snelheid: DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 59 “LIMIT” SNELHEIDSBEGRENZER (indien aanwezig) Om de begrenzer weer te kunnen gebruiken, moet u het gaspedaal geleidelijk loslaten en langzamer dan de geprogrammeerde snelheid gaan rijden.
F0P0343m F0P0338m F0P0330m F0P0351m F0P0334m F0P0340m F0P0332m F0P0344m F0P0334m F0P0339m Functie selecteren LAMPJES EN BERICHTEN Geprogrammeerde snelheid verhogen: ❒ druk op de knop Set +. Kort indrukken verhoogt de snelheid met 1 km/h. Ingedrukt houden verhoogt de snelheid in stappen van 5 km/h. ❒ druk op de knop Set -. Kort indrukken verlaagt de snelheid met 1 km/h. Ingedrukt houden verlaagt de snelheid in stappen van 5 km/h.
Om de begrenzer weer te kunnen gebruiken moet de snelheid van de auto worden verlaagd tot onder de geprogrammeerde snelheid. Knipperende snelheidsinstelling De weergegeven snelheid knippert: ❒ bij overschrijding van het weerstandspunt in de gaspedaalslag ❒ als de begrenzer een snelheidsverhoging niet kan verhinderen door de vorm van het wegdek of als de auto op een steile helling rijdt ❒ bij snel accelereren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 62 62 PLAFONDVERLICHTING Regeling ingeschakelde tijd plafondverlichting PLAFONDVERLICHTING VOOR Om het in- en uitstappen vooral in het donker te vergemakkelijken, zijn er 2 brandduurregelingen. De plafondverlichting 1-fig. 64 wordt bediend door drie schakelaars A, B en C.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 63 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN BEDIENINGSORGANEN fig. 67 F0P0706m Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop. ESC-SYSTEEM UITSCHAKELEN (indien aanwezig) Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is afhankelijk van de wegenverkeerswet van het land waarin u rijdt. Houdt u aan de voorschriften. Als u op de knop fig. 67 op de middenconsole drukt, wordt het ESC-systeem uitgeschakeld.
STARTEN EN RIJDEN Druk op de knop fig. 68 voor inschakeling. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN fig. 68 LAMPJES EN BERICHTEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 64 64 F0P0058m ACHTERRUITVERWARMING (indien aanwezig) Als de achterruit is ingeschakeld, treedt een tijdregeling in werking waardoor het systeem automatisch na ongeveer 20 minuten wordt uitgeschakeld. fig.
Het lampje op de knop gaat branden als deze functie wordt ingeschakeld. Druk de knop nogmaals in om de deuren te ontgrendelen. PARKEERSENSOREN UITSCHAKELEN (indien aanwezig) Als u op de knop fig. 72 op de middenconsole drukt, wordt de werking van de parkeersensoren uitgeschakeld. fig. 73 F0P0062m INTERIEURBEWAKING VAN DIEFSTALALARM UITSCHAKELEN (indien aanwezig) Als het systeem is uitgeschakeld, brandt het lampje op de knop. Als u op de knop fig.
Deze veiligheidsschakelaar, die geregeld wordt door de regeleenheid van het airbagsysteem, werkt bij een botsing (ongeacht de richting) van een bepaalde omvang, waardoor de toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor afslaat. Op het instelbare multifunctionele display verschijnt een bericht als de brandstofnoodschakelaar inschakelt.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 67 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN INTERIEURUITRUSTING Trek aan de handgreep A-fig. 74 om het dashboardkastje te openen. fig. 74 F0P0065m fig. 76/a F0P0067m fig. 75 F0P0066m fig. 76/b F0P0346m Boven de zonnekleppen bevinden zich opbergvakken voor het snel opbergen van lichte voorwerpen (bijv. documenten, wegenkaarten enz.). Afhankelijk van het uitrustingsniveau kunnen de opbergvakken zijn voorzien van een klep A-fig. 76/a.
fig. 77 F0P0068m ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 68 fig. 79 F0P0070m fig. 80 F0P0072m fig. 81 F0P0073m OPBERGVAKKEN IN VOORPORTIEREN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 68 In de voorportieren bevinden zich twee opberg/documentenvakken fig. 79. fig. 78 F0P0069m TAFELTJE MET BLIKJESHOUDERS EN DOCUMENTENKLEM (indien aanwezig) Als u de lip A-fig.
F0P0076m fig. 85 F0P0077m fig. 86 F0P0078m AANSTEKER LAMPJES EN BERICHTEN Druk voor het inschakelen van de aansteker de knop B-fig. 84 in, als de contactsleutel in stand M staat. Na ongeveer 15 seconden keert de knop automatisch terug naar de beginpositie en is de sigarenaansteker gereed voor gebruik. fig. 83 F0P0075m OPBERGVAKKEN OP RUGLEUNING (indien aanwezig) De rugleuningen van de stoelen kunnen voorzien zijn van opbergvakken fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 70 70 fig. 87 F0P0079m BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als prullenbak voor papiertjes; als deze in contact komen met smeulende peuken kan er brand ontstaan. ZONNEKLEPPEN fig. 87 De zonnekleppen zitten aan beide zijden naast de achteruitkijkspiegel.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 71 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN PORTIEREN Bij het openen van de portieren en bij uitgenomen sleutel, hoort u een akoestisch signaal als de buitenverlichting nog brandt. Het akoestische signaal stopt als u de verlichting uitschakelt, de portieren sluit of als u de motor start.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 72 72 ATTENTIE! Als de auto op een steile helling omlaag geparkeerd staat, laat dan de auto niet met de schuifdeur in het vangmechanisme geblokkeerd open staan: als u tegen de deur stoot, kan deze losraken en naar voren schuiven.
ATTENTIE! Als de deuren 180 graden geopend zijn, zijn ze niet meer vergrendeld. Open de deuren niet 180 graden als de auto op een helling staat of bij veel wind. Achterdeuren van buitenaf vergrendelen Sluit de twee deuren en draai de sleutel in stand 1-fig. 92. Achterklep (indien aanwezig) Om het slot van de achterklep te ontgrendelen, moet u de elektrische handgreep bedienen die in fig. 95 is aangegeven.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 74 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID B 74 fig. 97 F0P0085m CENTRALE PORTIERVERGRENDELING fig. 98 F0P0352m fig. 99 F0P00906m Overvalbeveiliging KINDERVEILIGHEIDSSLOT Van buitenaf Het systeem vergrendelt de portieren automatisch zodra de auto sneller dan 10 km/h rijdt.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 75 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN VEILIGHEID F0P0091m fig. 101 F0P0092m LAMPJES EN BERICHTEN Indien de rolautomaat moet worden verwijderd: maak de twee uiteinden los uit de zittingen door op de knop A-fig. 101 te drukken. STARTEN EN RIJDEN fig. 100 ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN ZORG Om de rolhoes te gebruiken, moet u de handgreep A-fig. 100 vastpakken en de rolhoes uit de rolautomaat B uitrollen en bevestigen aan de betreffende borgingen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.
Druk op de knop of trek aan de knop tot voorbij het weerstandspunt. De ruit opent of sluit volledig nadat de knop is losgelaten: door de knop nogmaals te bedienen stopt de beweging van de ruit. De elektrische ruitbediening wordt uitgeschakeld: – 45 seconden nadat de sleutel uit het contactslot is genomen. – als een van de voorportieren wordt geopend en de contactsleutel uit het slot is genomen. Tijdens deze procedure is het beveiligingssysteem niet actief.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 78 78 MOTORKAP BELANGRIJK Controleer of de armen van de ruitenwissers tegen de ruit aanstaan voordat u de motorkap optilt. Openen van de motorkap: – til het beschermdeksel A-fig. 104 van de hendel naast de bestuurdersstoel omhoog; fig. 104 F0P0096m fig. 105 F0P0097m – trek de hendel B-fig.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 79 Als de auto is uitgerust met een diefstalalarm, dan wordt een niet goed gesloten motorkap aangegeven door een brandend lampje 9 in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display. ATTENTIE! Controleer na enkele kilometers opnieuw of de bevestigingsbouten nog goed vastzitten. Houdt u strikt aan de wettelijke regels betreffende de maximale afmetingen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 80 80 WIELOPHANGING MET LUCHTVERING Eerste gebruik Enkele uitvoeringen kunnen als optional zijn uitgerust met achterwielophanging met luchtvering. Storingen in de werking Afhankelijk van de uitvoering kan de rijhoogte handmatig of automatisch worden geregeld.
❒ als een of meer portieren/deuren geopend zijn; ❒ als de auto geremd wordt gehouden (ingetrapt rempedaal, bijvoorbeeld voor een rood verkeerslicht). Systeem uitschakelen en weer inschakelen Systeem uitschakelen: houd de knop Afig. 110 ingedrukt totdat u een akoestisch signaal hoort. Er klinkt tweemaal een akoestisch signaal en het lampje op de knop A gaat branden om de uitschakeling te bevestigen. fig.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 82 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID ATTENTIE! Ook als de auto schuin staat of op een helling, kunnen bij het openen van de achterdeuren of van de zijdeur losse voorwerpen onverwachts naar buiten schuiven. 82 fig.
Koplampen afstellen fig. 112 KOPLAMPEN AFSTELLEN Zet de regelknop fig. 112 op een stand die overeenkomt met de vervoerde lading, zoals in onderstaande tabel is aangegeven. Stand 0 - een of twee personen op de voorstoelen; BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen telkens als het gewicht van de lading wijzigt. MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN (indien aanwezig) Wendt u voor controle of afstelling tot het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPEN AFSTELLEN Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Bovendien zijn er wettelijke voorschriften met betrekking tot de koplampafstelling. Als u niet eerder in een auto met ABS hebt gereden, raden wij u aan het systeem eerst een paar keer uit te proberen op een glad wegdek. Verlies hierbij de veiligheid niet uit het oog en houdt u aan de wetgeving van het land waarin u zich bevindt.
ATTENTIE! Als alleen het waarschuwingslampje x op het instrumentenpaneel gaat branden (op het multifunctionele display (indien aanwezig) verschijnt ook een melding), stop dan onmiddellijk en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk. Als er vloeistof lekt uit het hydraulische systeem, wordt de werking van zowel het conventionele remsysteem als het ABS in gevaar gebracht. ATTENTIE! Als het ABS in werking treedt, merkt u dat aan een trilling in het rempedaal.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 083-096 SCUDO LUM NL 03/12/13 09.55 Pagina 86 86 ESC-SYSTEEM (Electronic Stability Control) (indien aanwezig) STORINGSMELDINGEN Bij een storing in het ESC wordt het systeem automatisch uitgeschakeld en gaat het lampje ™ op het instrumentenpaneel continu branden.
ATTENTIE! Voor een goede werking van de ESC- en ASR-systemen is het van groot belang de banden van alle wielen van hetzelfde type, merk en maat zijn en dat ze in perfecte conditie zijn. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ❒ verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning). LAMPJES EN BERICHTEN ❒ acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel; NOODGEVALLEN ❒ als slechts een aangedreven wiel doorslipt, zorgt het ASR-systeem ervoor dat het wiel automatisch wordt afgeremd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 083-096 SCUDO LUM NL 03/12/13 09.55 Pagina 88 88 ATTENTIE! De prestaties van het systeem mogen de bestuurder er niet toe verleiden onnodige en onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet altijd zijn aangepast aan het wegdek, het zicht en het verkeer.
❒ signaleren wanneer door een storing de emissies boven de wettelijk vastgestelde drempelwaarde uitkomen; ❒ signaleren wanneer het noodzakelijk is defecte componenten te vervangen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 083-096 SCUDO LUM NL 03/12/13 09.55 Pagina 90 90 iTPMS-SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten) OMSCHRIJVING Het voertuig kan uitgerust zijn met het iTPMS (indirect Tyre Pressure Monitoring System) dat via de wielsnelheidsensoren de toestand van de bandenspanning controleert.
of ❒ als u over een compressor beschikt, bijvoorbeeld die van de snelle bandenreparatiekit, controleer dan de spanning van alle vier de banden wanneer deze koud zijn; Dit alarm wordt ook weergegeven als minstens een van de wielen niet uitgerust is met een sensor (bijv. met reservewiel, noodreservewiel of type band met stalen velg). Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren of, na een lekke band, monteer een band voorzien van sensor op de oorspronkelijke velg.
PARKEERSENSOREN (indien aanwezig) Druk voor uitschakeling van de parkeersensoren op de knop A-fig. 115 op het schakelaarpaneel op de middenconsole. Als het systeem is uitgeschakeld, brandt het lampje B op de knop. Druk voor inschakeling de knop A nogmaals in. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN STARTEN EN RIJDEN Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto fig.
Zie voor de in uw auto geïnstalleerde autoradio en de bijbehorende audio-installatie, het supplement “Autoradio” dat bij dit instructieboek is geleverd. ATTENTIE! Laat de aansluiting op de inbouwvoorbereiding in de auto uitsluitend door het Fiat Servicenetwerk uitvoeren. Zo bent u verzekerd van het beste resultaat en wordt voorkomen dat de rijveiligheid in gevaar wordt gebracht.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 083-096 SCUDO LUM NL 03/12/13 09.55 Pagina 94 94 EXTRA ACCESSOIRES ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN MONTEREN RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die constante voeding nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsatellietbewaking, enz.
Als de auto lange tijd wordt gebruikt/stilstaat in bergachtige/koude gebieden, is het raadzaam dieselbrandstof te tanken die ter plaatse beschikbaar is. In dat geval is het bovendien raadzaam een hoeveelheid brandstof in de tank te houden die groter is dan 50% van de nuttige inhoud. fig. 116 F0F0107m Gebruik uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan de Europese specificatie EN590.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 083-096 SCUDO LUM NL 03/12/13 09.55 Pagina 96 96 BESCHERMING VAN HET MILIEU DPF-ROETFILTER (DIESEL PARTICULATE FILTER) (indien aanwezig) De emissiereductiesystemen voor dieselmotoren zijn: Het DPF-roetfilter (Diesel Particulate Filter) is een mechanisch filter in het uitlaatsysteem dat de partikels in het uitlaatgas van dieselmotoren opvangt.
100 VEILIG KINDEREN VERVOEREN .................................... 103 HET “UNIVERSELE” KINDERZITJE MONTEREN ........ 104 HET “ISOFIX UNIVERSELE” KINDERZITJE MONTEREN .............................................. 107 AIRBAGS ................................................................................ 112 ZIJAIRBAGS ........................................................................... 115 VEILIGHEID GORDELSPANNERS ..........................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 98 98 VEILIGHEIDSGORDELS GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS VAN DE VOORSTOELEN GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1 Met frontairbags: bestuurder en passagier (voor bepaalde versies/markten). De voorstoelen zijn uitgerust met pyrotechnische gordelspanners en krachtbegrenzers.
097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 99 Voor de tweede en derde rij, altijd de veiligheidsgordel in de bijbehorende zitting steken. Verwissel de veiligheidsgordel of de zitting van de zijstoelen niet met die van de middelste stoel. ATTENTIE! De veiligheidsgordels zijn ontworpen voor de bescherming van de inzittenden en niet om de vervoerde lading tegen te houden/vast te zetten of voor ander oneigenlijk gebruik.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 100 100 SBR SYSTEEM GORDELSPANNERS Het voertuig is uitgerust met het SBR-systeem (Seat Belt Reminder), dat bestaat uit een mechanisme dat, tegelijk met het aangaan van het waarschuwingslampje, de bestuurder en de passagier op de voorstoel waarschuwt dat de veiligheidsgordels niet zijn omgelegd.
097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 101 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN KRACHTBEGRENZERS Ook zwangere vrouwen moeten de veiligheidsgordel omleggen: voor zwangere vrouwen en het ongeboren kind wordt het risico op verwondingen bij een ongeval fors ingeperkt als de gordel wordt gedragen. Natuurlijk moeten zwangere vrouwen wel het onderste deel van de gordel lager omleggen, zodat de gordel over het bekken en onder de buik komt - fig. 3. ATTENTIE! Zorg dat de gordelband nooit gedraaid is.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 102 102 ATTENZIONE Voor maximale veiligheid moet de rugleuning rechtop gezet worden, moet men goed tegen de rugleuning aanzitten en moet de gordel goed aansluiten op de borst en het bekken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel op hun zitplaats blijven. Voor zover de eigenschappen van de gebruikte kinderzitjes dit toelaten, is het raadzaam om kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de rijrichting in te monteren, omdat die plaats bij een ongeval de meeste bescherming biedt. Om het meest geschikte kinderzitje te kiezen, moet rekening worden gehouden met het gewicht van het kind; er zijn verschillende types kinderzitjes en men dient steeds het type te kiezen dat het meest geschikt is voor het kind.
“UNIVERSEEL” KINDERZITJE MONTEREN (met veiligheidsgordels) ATTENTIE! De afbeeldingen dienen slechts ter illustratie van de montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de aanwijzingen, die verplicht moeten worden bijgesloten voor dit type veiligheidssysteem. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 104 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN fig.
GROEP 2 GROEP 3 Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg mogen de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken fig. 7. Het kinderzitje is in dit geval nodig om het kind correct ten opzichte van de gordels te plaatsen, zodat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en nooit langs de nek ligt; het onderste gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik liggen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.
097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 107 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN F0P0315m fig. 10 F0P0314m ATTENTIE! Als een Universeel ISOFIX kinderzitje niet aan alle drie verankeringspunten is vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind niet goed kunnen beschermen. In geval van een aanrijding zou het kind ernstig gewond kunnen raken of gedood kunnen worden. fig. 11 F0P0316m ATTENTIE! Monteer het kinderzitje alleen bij stilstaande auto.
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN ISOFIX KINDERZITJES In de onderstaande tabel worden de verschillende mogelijkheden weergegeven van de montage van Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels in overeenstemming met de Europese norm ECE 16.
Britax Baby Safe plus Goedkeuringsnummer: E1 04301146 Dit moet tegen de rijrichting in gemonteerd worden met behulp van de Isofix beugels van het voertuig en de Isofix basis. Dit moet gemonteerd worden op de buitenste achterste stoelen. + + Britax Baby Safe ISOFIX basis VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN Goedkeuringsnummer: E1 04301146 Dit mag alleen bevestigd worden met de driepuntsveiligheidsgordel tegen de rijrichting in.
GROEP 1 van 9 tot 18 kg Fair G0/1S Goedkeuringsnummer: E4 04443718 Dit mag alleen bevestigd worden in de rijrichting met de driepuntsveiligheidsgordel. Britax Safefix TT Universeel Isofix kinderzitje. Goedkeuringsnummer: E1 04301199 Dit moet gemonteerd worden in de rijrichting, met behulp van Isofix beugels en de bovenste gordel, die bij het kinderzitje geleverd wordt. Dit moet gemonteerd worden op de buitenste achterste stoelen.
Fair Junior Goedkeuringsnummer: E4 04443721 Dit mag alleen bevestigd worden in de rijrichting met de driepuntsveiligheidsgordel. LAMPJES EN BERICHTEN ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN ZORG 1) Het wordt aanbevolen kinderen altijd op de achterbank te vervoeren, bij een ongeval biedt de achterbank de meeste bescherming. 2) Als de passagiersairbag buiten werking is gesteld, controleer dan of het lampje op het instrumentenpaneel brandt om er zeker van te zijn dat deze airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.
ATTENTIE! Rijd altijd met de handen op de rand van het stuurwiel zodat de airbag indien nodig ongehinderd opgeblazen kan worden. Rijd niet met voorover gebogen lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen de rugleuning gedrukt. Breng geen stickers of andere voorwerpen op het stuurwiel, op het dashboard in de zone van de passagiersairbag en op de dakbekleding aan. Plaats nooit voorwerpen (bijv.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 114 FRONTAIRBAG PASSAGIER EN KINDERZITJES: BELANGRIJK I GB F D STARTEN EN RIJDEN NL E PL ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN TR 114 DK EST FIN P LT S H LV CZ SLO RO GR RISCHIO DI FERITE GRAVI O MORTALI.
Als een kind absoluut op een van de voorstoelen vervoerd moet worden, schakel dan de passagiersairbag en zijairbags voor bescherming van borst en schouders uit (voor bepaalde markten/versies). Het uitschakelingsmechanisme fig. 14 zit op de rand van het dashboardkastje; om het te kunnen bereiken het kastje openen. De zijairbags (voor bepaalde versies/markten) zijn geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 116 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN BELANGRIJK Hang geen starre voorwerpen aan de kledinghaken of de steunhandgrepen. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID BELANGRIJK Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de hoofdairbag om mogelijke verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen. fig. 16 HOOFDAIRBAG - fig.
BELANGRIJK De controle, reparatie en vervanging van de airbags moeten door het Fiat Servicenetwerk worden uitgevoerd. BELANGRIJK Als het voertuig wordt gesloopt, moet het airbagsysteem onbruikbaar gemaakt worden door het Fiat Servicenetwerk. ATTENZIONE Als, wanneer de sleutel in de stand M gedraaid wordt, het ¬ lampje niet gaat branden of tijdens het rijden blijft branden, dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 097-118 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.22 Pagina 118 118 ATTENTIE! Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst en houd niets in de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan ernstig letsel veroorzaken als de airbag in werking treedt.
MOTOR STARTEN ............................................................. 120 PARKEREN ............................................................................ 122 GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK ........................................................... 123 LAMPJES EN BERICHTEN S TA R T E N E N R I J D E N DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 119 WINTERBANDEN ..............................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 120 120 MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf “Fiat CODE” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”. Direct na het starten van de motor, vooral als de auto langere tijd niet is gebruikt, kan de motor iets meer geluid produceren.
Als het lampje m gedurende 60 seconden gaat knipperen na het starten of tijdens een langdurige startpoging, dan duidt dat op een storing in het voorgloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de auto op de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk. Houd er rekening mee dat de rem- en de stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal en het stuur.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 122 122 PARKEREN Handrem uitschakelen: Ga als volgt te werk: ❒ trek de hendel iets omhoog en druk op ontgrendelknop A; ❒ zet de motor uit en trek de handrem aan; ❒ schakel een versnelling in (de 1e als de weg omhoog loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet de voorwielen iets uitgestuurd.
119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 123 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Versnellingsbak met 6 versnellingen fig. 2/a Ga als volgt te werk om de achteruit R vanuit de vrijstand in te schakelen: trek de schuifring onder de knop omhoog en verplaats de pook naar links en vervolgens naar voren. ATTENTIE! Om op de juiste wijze te schakelen, moet u het koppelingspedaal geheel intrappen.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 124 BRANDSTOFBESPARING Imperiaal/skidrager Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen zoveel mogelijk beperkt wordt. Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet gebruikt. Deze accessoires verminderen de aerodynamica van de auto, waardoor het brandstofverbruik toeneemt.
Voor het trekken van aanhangwagens of caravans moet de auto uitgerust zijn met een trekhaak van een goedgekeurd type en een adequate elektrische installatie. Verkeerssituatie en conditie van het wegdek Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij filerijden, waarbij overwegend lage versnellingen worden gebruikt, of in de stad waar zich veel verkeerslichten bevinden, zal het brandstofverbruik aanzienlijk hoger zijn. Bochtige trajecten, bergwegen en een slecht wegdek verhogen eveneens het brandstofverbruik.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 126 126 Schakel een lage versnelling in tijdens het afdalen om te voorkomen dat u constant moet remmen. Het gewicht van de aanhanger dat op de trekhaak rust, moet worden afgetrokken van het laadvermogen van de auto.
Keer de draairichting van de banden niet om. ATTENTIE! Bij winterbanden met de indicatie “Q” geldt een maximum snelheid van 160 km/h; bij winterbanden met de indicatie “T” geldt een maximum snelheid van 190 km/h; bij winterbanden met de indicatie “H” geldt een maximum snelheid van 210 km/h. Deze maximum snelheden zijn in overeenstemming met de huidige wetgeving. Controleer na enkele tientallen meters rijden of de kettingen nog goed gespannen zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 128 128 ATTENTIE! Beperk de snelheid als u sneeuwkettingen gebruikt; rijd niet harder dan 50 km/h. Vermijd kuilen, stoepranden en andere obstakels en rijd, om de auto en het wegdek niet te beschadigen, geen lange stukken op sneeuwvrije wegen.
130 DIMLICHT .............................................................................. 137 AANGETROKKEN HANDREM........................................ 130 MISTLAMPEN VOOR .......................................................... 137 STORING AIRBAG ............................................................... 131 ACHTERWIELOPHANGING MET LUCHTVERING... 137 TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR .............. 131 RICHTINGAANWIJZER LINKS ........................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN GEGEVENS ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 129-138 SCUDO LUM NL 09/12/13 09.42 Pagina 130 130 LAMPJES EN BERICHTEN ALGEMENE OPMERKINGEN Als het lampje gaat branden, verschijnt er bij bepaalde uitvoeringen ook een bijbehorende melding op het instrumentenpaneel en/of klinkt een geluidssignaal.
ATTENTIE! Een defect lampje ¬ (lampje gedoofd) wordt aangegeven doordat het lampje voor de uitgeschakelde frontairbag aan passagierszijde “ langer dan de normale 4 seconden knippert. Het lampje gaat branden als de motor te warm is. Als het lampje gaat branden, moeten de volgende maatregelen worden genomen: ❒ tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af en controleer of het koelvloeistofniveau in het reservoir zich onder het MINteken bevindt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN GEGEVENS ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 129-138 SCUDO LUM NL 09/12/13 09.42 Pagina 132 132 ❒ Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt (bijvoorbeeld het bergopwaarts trekken van een aanhanger of bij volbeladen auto): verlaag de snelheid en breng, als het lampje blijft branden, de auto tot stilstand.
Als de auto in beweging is met geopende portieren, dan klinkt er een akoestisch signaal. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN Als het lampje brandt, controleer dan of de portieren van de cabine, de achterdeuren, de zijdeuren en de motorkap goed gesloten zijn. LAMPJES EN BERICHTEN Als het lampje blijft branden, werkt de elektrische stuurbekrachtiging niet meer en is meer kracht nodig voor het draaien van het stuur: wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN GEGEVENS ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 129-138 SCUDO LUM NL 09/12/13 09.42 Pagina 134 134 < NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS (rood) Het lampje op het instrumentenpaneel gaat continu branden als bij stilstaande auto de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet goed is omgelegd.
STOP (rood) STOP Dit lampje gaat branden gelijktijdig met een willekeurig ander waarschuwingslampje ATTENTIE! Als dit lampje brandt: stop de auto op een veilige plaats, verwijder de sleutel uit het contactslot en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN Het lampje gaat branden als het systeem defect of niet beschikbaar is. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar zonder de mogelijkheden van het ABS.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN GEGEVENS ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 129-138 SCUDO LUM NL 09/12/13 09.42 Pagina 136 136 K BRANDSTOFRESERVE (geel) Als u de contactsleutel in stand M draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Als het lampje brandt, tank dan zo snel mogelijk. BELANGRIJK Als het lampje knippert, dan is er een storing in het systeem.
2 DIMLICHT (groen) Het lampje gaat branden als het dimlicht wordt ingeschakeld. D RICHTINGAANWIJZER RECHTS (groen - knipperend) Het lampje gaat branden als de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gezet of, tegelijkertijd met het lampje van de linker richtingaanwijzer, als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt. GROOTLICHT (blauw) 1 Het lampje gaat branden als de verlichting wordt ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN GEGEVENS ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 129-138 SCUDO LUM NL 09/12/13 09.42 Pagina 138 138 MELDINGEN EN LAMPJES OP HET DISPLAY Lampje Melding Ü CRUISE-CONTROL Als u de contactsleutel in stand M draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje brandt als de Cruise-control is ingeschakeld.
139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 139 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN N O O D G E VA L L E N 141 SNELLE BANDENREPARATIESET FIX & GO............... 144 GLOEILAMP VERVANGEN .............................................. 145 GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ....................................................................... 147 GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ....................................................................... 151 ZEKERINGEN VERVANGEN ................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 140 140 MOTOR STARTEN BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet direct met elkaar: eventuele vonken kunnen het explosieve gas ontsteken dat uit de accu kan ontsnappen.
ATTENTIE! Laat het verwisselde wiel zo snel mogelijk repareren en monteren. Smeer voor montage de schroefdraad van de wielbouten niet met vet: de bouten kunnen loslopen. ATTENTIE! Voordat u een wiel verwisselt, moet u de wielophanging met luchtvering (indien aanwezig) uitschakelen. Raadpleeg de paragraaf “Wielophanging met luchtvering” in dit hoofdstuk. ATTENTIE! Door een verkeerde montage kan het wieldeksel tijdens het rijden loslaten. Maak het ventiel absoluut niet open.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 142 142 Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk: ❒ zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar wordt gebracht en in alle veiligheid het wiel kan worden verwisseld.
F0P0308m Ter afsluiting: ❒ plaats het vervangen wiel in de betreffende houder onder de bodemplaat; ❒ maak de houder weer vast aan de haak en draai vervolgens de blokkeerbout vast om de houder omhoog te doen komen; ❒ sluit het deksel op de treeplank; ❒ plaats de slinger en de krik op de juiste manier in de daarvoor bestemde houder; ❒ plaats de gereedschaphouder terug in de daarvoor bestemde zitting en draai de blokkeerschroef vast.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 144 144 SNELLE BANDENREPARATIESET FIX & GO De flacon moet na gebruik worden opgeborgen in de plastic zak die bij de set is geleverd, om vervuiling van de auto door vloeistofresten te voorkomen. De snelle bandenreparatieset bestaat uit een compressor en een flacon (die de afdichtvloeistof bevat).
❒ vervang een defecte lamp door een exemplaar van hetzelfde type en vermogen; ❒ als u een gloeilamp in de koplamp hebt vervangen, controleer dan om veiligheidsredenen altijd of de afstelling nog goed is. Halogeenlampen mag u uitsluitend aanraken op het metalen gedeelte. Als u de bol met uw vingers aanraakt, zal de lichtopbrengst van de lamp teruglopen en kan ook de levensduur beperkt worden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 146 146 Lamp Zie fig.
139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 147 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN VEILIGHEID ❒ maak de stekker los; ❒ haak de borgveer van de lamp los; ❒ vervang de lamp, monteer het deksel A en controleer of het deksel goed vastzit. fig. 9 F0P0178m BUITENVERLICHTING fig. 9 STARTEN EN RIJDEN In de koplampunits zijn de gloeilampen voor het dimlicht, het grootlicht, de buitenverlichting en de richtingaanwijzer opgenomen.
RICHTINGAANWIJZERS VOOR fig. 10 Gloeilamp vervangen: ❒ neem de lamphouder uit en verwijder de lamp uit de lamphouder door hem iets in te drukken en linksom te draaien. ❒ Vervang de lamp, monteer de lamphouder A door hem rechtsom in de zitting te draaien en controleer of hij goed vastzit. A fig. 10 F0P0179m TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG ALFABETISCH REGISTER 148 fig. 12 F0P0297m FLANKRICHTINGAANWIJZERS fig.
fig. 14 F0P0185m Om de achterlichtunits los te maken en een gloeilamp te vervangen, moeten de twee achterdeuren 180° worden geopend (raadpleeg de paragraaf “Dubbele achterdeur” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”). fig. 13 F0P0184m ACHTERLICHTUNITS fig. 13 In de achterlichtunits zijn de gloeilampen voor de achterlichten, de remlichten, de richtingaanwijzers, de achteruitrijlichten en de mistachterlichten opgenomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 150 150 DERDE REMLICHT A A Met achterklep fig. 15 Gloeilamp vervangen: ❒ open de achterklep; ❒ draai de bevestigingsschroeven A los; ❒ druk op het uiteinde van de borglip en verwijder het lampenglas met de lampen; F0P0210m fig. 15 fig. 17 F0P0212m fig.
VEILIGHEID Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf “Gloeilamp vervangen”. PLAFONDVERLICHTING Gloeilampen vervangen: fig. 19 F0P0298m fig. 20 F0P0234m ❒ verwijder het plafondlampje op de door de pijlen aangegeven punten; LAMPJES EN BERICHTEN ❒ maak de lampen los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang ze; controleer of de nieuwe lampen goed vastzitten in de veercontacten; STARTEN EN RIJDEN Uitvoeringen met achterklep fig.
ZEKERINGEN VERVANGEN Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip A-fig. 21 mag niet onderbroken zijn. Is dit wel het geval, dan moet u de zekering vervangen door een exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
F1 15 Vrij F2 – Koplampverstelling, diagnosestekker, ESC-regeleenheid, ventilatie, additiefpomp roetfilter, stuurhoeksensor F4 10 Elektrische spiegel, ruitbediening passagierszijde F5 30 Voeding ruitbediening voor F6 30 Plafondverlichting, verlichting dashboardkastje F7 5 Multifunctioneel display, sirene diefstalalarm, autoradio, CD-Changer, Autotelefoon, optionalregeleenheid aanhanger beveiligingsregeleenheid carrosserie F8 20 Aansteker, stekkerdoos laadruimte F9 10 Elektronisch gere
139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 154 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Zekeringenkast in motorruimte ZEKERING AMPÈRAGE Regeleenheid motor, brandstofsysteem en luchtinlaatsysteem, elektroventilateur F1 20 Claxon F2 15 Pomp ruitensproeiers voor en achter F3 10 Koplampsproeierpomp F4 20 ❒ Open de motorkap en verschuif de steun voor het ruitensproeierreservoir om de bereikbaarheid te verbeteren.
30 12V-stekkerdoos van derde zitrij (combi-uitvoering) F2 – Regeleenheid aanhanger en (indien aanwezig) beveiligingsregeleenheid voor carrosseriebouwers F3 40/50 Vrij F4 – ❒ Haak het deksel van de accuhouder los. Sloten achterdeuren F36 15 ❒ Koppel de rode accuklem (+) los. Sloten achterdeuren F37 10 Sluit het deksel na de werkzaamheden zeer zorgvuldig.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 156 Extra zekeringenkast F1 VERBRUIKERS F2 ZEKERING AMPÈRAGE Vrij F1 15 Contactrelais en impulsgever F2 15 Voeding aanhanger F3 15 Permanente voeding voor opbouwcomponenten F4 15 Waarschuwingsknipperlichten F5 40 VEILIGHEID F3 F4 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN F5 156 fig.
Ga voor het opladen als volgt te werk: ❒ maak de klem van de minpool van de accu los; ❒ sluit de kabels van het laadapparaat aan op de accupolen; let hierbij op de polariteit; Zodra deze dertig minuten zijn verstreken, worden de ingeschakelde functies in stand-by gezet en het lampje van de accu gaat knipperen gecombineerd met een melding op het display. Om deze functies weer klaar voor gebruik te maken, moet de motor worden gestart en enkele momenten draaien.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 158 158 SLEPEN VAN DE AUTO ATTENTIE! Maak de schroefdraad zorgvuldig schoon, voordat u het sleepoog op de schroefdraadpen draait. Controleer, voordat de auto wordt gesleept, of het sleepoog geheel op de schroefdraadpen is gedraaid.
PERIODIEKE CONTROLES .............................................. 163 ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO................................. 163 NIVEAUS CONTROLEREN .............................................. 164 LUCHTFILTER/POLLENFILTER ......................................... 170 ACCU ..................................................................................... 170 WIELEN EN BANDEN ....................................................... 173 RUBBER SLANGEN ....................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 160 160 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Om dit te realiseren heeft Fiat een reeks controle- en onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 30.000 km moeten worden uitgevoerd.
90 120 150 180 Maanden 24 48 72 96 120 144 Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen ● ● ● ● ● ● Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, laadruimte, waarschuwings-/controlelampjes enz.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
❒ trekken van aanhangers of caravans; ❒ niveau van de remvloeistof; ❒ rijden op stoffige wegen; ❒ niveau van de ruitensproeiervloeistof; ❒ veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buitentemperaturen onder nul; ❒ conditie en spanning van de banden; ❒ werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.); ❒ werking ruitenwissers/-sproeiers en stand/slijtage wisserbladen voor en achter. Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolieniveau.
NIVEAUS CONTROLEREN ATTENTIE! Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen aanwezig zijn; brandgevaar. Belangrijk; tijdens het bijvullen mogen de vloeistoffen met verschillende specificaties niet gemengd worden: als de specificaties van de vloeistoffen verschillen, kan de auto ernstig beschadigd worden. fig. 1 - Uitvoering 90 Multijet Euro 4 F0P0145m fig. 2 - Uitvoering 90 Multijet Euro 5 F0P0652m 1. Motorkoelvloeistof 2.
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 165 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 1. Motorkoelvloeistof 2. Vloeistof voor ruitensproeiers voor/ achter en koplampsproeiers VEILIGHEID 3. Remvloeistof 4. Motorolie 5. Olie van stuurbekrachtiging F0P0146m fig. 4 - Uitvoeringen 130 Multijet en 165 Multijet F0P0640m TECHNISCHE ONDERHOUD EN NOODGEVALLEN GEGEVENS ZORG fig. 3 - Uitvoeringen 120 Multijet LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN 6. Zitting voor trechter motorolie. 1. Motorkoelvloeistof 2.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 166 166 fig. 5 - Uitvoering 90 Multijet F0P0268m fig. 6 - Uitvoeringen 120 Multijet F0P0149m fig. 8 F0P0317m MOTOROLIE fig. 5-6-7 MOTOROLIEVERBRUIK Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor.
Afgewerkte motorolie en het vervangen motoroliefilter bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Het is raadzaam om het verversen van de olie en het vervangen van het oliefilter door het Fiat Servicenetwerk te laten uitvoeren. Het Fiat Servicenetwerk beschikt over de uitrusting voor het op milieuvriendelijke wijze en conform de wettelijke bepalingen verwerken van afgewerkte olie en oliefilters.
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 168 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Controleer visueel het niveau van de vloeistof in het reservoir. STARTEN EN RIJDEN Verwijder de dop A en vul vloeistof bij. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN fig. 10 LAMPJES EN BERICHTEN VEILIGHEID ATTENTIE! Rijd niet met een leeg ruitensproeierreservoir: de ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor een optimaal zicht. 168 F0P0154m RUITENSPROEIERVLOEISTOF fig.
DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 169 ATTENTIE! Voor de besteluitvoering wordt aangeraden de remvloeistof om de twee jaar te vervangen. Controleer de olie van de stuurbekrachtiging bij een koude motor en als de auto op een vlakke ondergrond staat. De olie moet tussen het MIN- en MAX-merkteken op het reservoir staan fig 12 en fig. 13. Bij zeer warme olie kan het olieniveau boven het MAX-merkteken staan.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 170 170 LUCHTFILTER/ POLLENFILTER Laat het pollenfilter vervangen door het Fiat Servicenetwerk. ACCU De accu van de auto is “onderhoudsarm”: onder normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water.
Elektrolyt bijvullen Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk Donkere kleur zonder groen gebied in het midden Accu onvoldoende geladen Accu opladen (wendt u tot het Fiat Servicenetwerk) Donkere kleur met groen gebied in het midden Elektrolytniveau en lading voldoende Geen actie ACCU VERVANGEN Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 172 172 ATTENTIE! Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de accu, moet u uw ogen altijd beschermen met een speciale bril. BELANGRIJK Een accu die gedurende langere tijd minder dan 50% geladen is (optische meter donker zonder groen middenstuk), raakt door sulfatering beschadigd.
A juiste spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak. B te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van het loopvlak. C te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van het loopvlak. Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van het loopvlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de bepalingen van het land waarin u rijdt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 174 174 ATTENTIE! Door een te lage bandenspanning wordt de band te heet, waardoor er onherstelbare inwendige schade aan de band kan ontstaan. ATTENTIE! Verwissel de banden niet kruiselings, waarbij de banden van de rechterzijde aan de linkerzijde en omgekeerd worden gemonteerd.
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 175 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN Ruitenwisserbladen vervangen fig. 16 Ga voor het vervangen van de ruitenwisserbladen als volgt te werk: – controleer of het wisserblad goed geborgd is. – druk op de lip C van de borging en druk gelijktijdig het wisserblad naar beneden om het los te maken van de wisserarm B; F0P0350m Wisserblad van achterruitenwisser vervangen fig.
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 176 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN CARROSSERIE VEILIGHEID BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN De belangrijkste oorzaken van roest zijn: STARTEN EN RIJDEN Voorruit (ruitensproeiers) fig. 18 TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN fig.
❒ verwijder de antenne van het dak als u de auto in een wastunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt; ❒ spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage druk af; ❒ was de auto met een zachte spons met een oplossing van neutrale zeep; spoel daarbij de spons regelmatig uit; ❒ spoel de auto af met schoon water en droog de auto met warme lucht of een schone, zachte zeem.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE ONDERHOUD EN ZORG GEGEVENS NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 178 178 INTERIEUR STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden.
186 BRANDSTOFSYSTEEM ...................................................... 187 TRANSMISSIE ....................................................................... 187 REMMEN ................................................................................ 188 WIELOPHANGING ............................................................ 188 STUURINRICHTING .......................................................... 188 WIELEN ............................................................................
IDENTIFICATIEGEGEVENS Het verdient aanbeveling kennis te nemen van de identificatiegegevens van de auto. De identificatiegegevens zijn op typeplaatjes ingeslagen; deze bevinden zich op de in fig. 1 aangegeven plaatsen: 1 - typeplaatje met identificatiegegevens; 2 - chassisnummer; 3 - plaatje met informatie over de carrosserielak.
A - Naam van de fabrikant; I - Correctiewaarde voor uitlaatrookgasmeting; B - Nummer nationale typegoedkeuring; C - Identificatiecode voertuigtype en chassisnummer; D - Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto; E - Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto met aanhanger; H - Identificatiecode van het voertuigtype; 12- J - Chassisnummer. H J fig. 2 A B C D E F G KG KG KG KG VEILIGHEID G - Max.
179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 182 DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAK EN DE BANDEN fig. 4 Bar A PRESSIONS CONTROLLER PNEUS FROIDS ( 0,05 bar) – velg- en bandenmaten; – de door de fabrikant gehomologeerde bandenmerken; fig. 3 F0P0302m CHASSISNUMMER fig. 3 Voor toegang tot het chassisnummer, dient u de klep te openen met het platte uiteinde van de trekhaak.
(*) Uitvoeringen met DPF 9H07 8/9 Combi - Lange wielbasis Combi - Lange wielbasis Combi - Lange wielbasis - Verhoogd draagvermogen Bestel - Korte wielbasis - Laag dak - 10 Q Bestel - Korte wielbasis - Laag dak -12 Q Bestel - Lange wielbasis - Laag dak -12 Q Bestel - Lange wielbasis - Verhoogd dak -12 Q Platformchassis - Lange wielbasis - 12 Q Combi - Korte wielbasis - Cat. N1 Combi - Lange wielbasis - Cat.
Motore 120 Multijet Codice motore RHK ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
(*) Uitvoeringen met DPF RHH 5/6 5/6 5/6 5/6 2/3 2/3 2/3 2/3 2/3 Carrosserie-uitvoering 270KXL1B AB (*) 270KXL1B ABL (*) 270KXL1B ABL1 (*) 270XXL1B WCLT (*) 270ZXL1BZC (*) 270ZXL1BZCL (*) 270ZXL1B ZD(*) 270ZXL1B WDL (*) 270ZXL1BZA (*) 270ZXL1BWA (*) 270ZXL1BWAL (*) 270ZXL1BWBL (*) 270YXL1BWAL (*) Combi - Korte wielbasis Combi - Lange wielbasis Combi - Lange wielbasis - Verhoogd draagvermogen Bestel - Korte wielbasis - Laag dak - 10 Q Bestel - Korte wielbasis - Laag dak -12 Q Bestel - Lange wielbasis - L
MOTOR 90 Multijet (Euro 4) 90 Multijet (Euro 5) 120 Multijet 130 Multijet 165 Multijet Typecode 9HU 9H07 RHK RH02 RHH Cyclus Diesel Diesel Diesel Diesel Diesel Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in linea ALGEMEEN mm 75 x 88,3 75 x 88,3 85 x 88 85 x 88 85 x 88 Cilinderinhoud cm3 1560 1560 1997 1997 1997 18,0:1 18,0:1 17,5:1 17,5:1 16±0,4:1 kW pk /min 66 90 4000 66 90 4000 88 120 4000 94 128 4000 120 163 3750 Nm kgm /min 18
90 Multijet (*) - 120 Multijet - 130 Multijet - 165 Multijet Brandstofsysteem Directe inspuiting Multijet “Common Rail” VEILIGHEID BRANDSTOFSYSTEEM DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 189 Bijvoorbeeld: 215/60 R16 99T BELANGRIJK Als de gegevens in het instructieboekje afwijken van die van de typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de gegevens van de typegoedkeuring te houden. 215 = Nominale breedte (S, afstand in mm tussen de flanken). Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk dat alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde merk en hetzelfde type. R BELANGRIJK In tubeless banden mogen geen binnenbanden gebruikt worden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 190 190 Snelheidsindex Beladingsindex (draagvermogen) Q = max. 160 km/h. 70 = 335 kg 81 = 462 kg VERKLARING VAN DE CODERING OP DE VELGEN R = max. 170 km/h. 71 = 345 kg 82 = 475 kg Bijvoorbeeld: 7J x 16 ET39 S = max. 180 km/h. 72 = 355 kg 83 = 487 kg 7 = breedte van de velg in inch 1.
215/60 R16 99T 7J x 16 ET39(❍) 7J x 16 ET42 165 Multijet 215/60 R16 103T 7J x 16 ET42 Bar A PRESSIONS CONTROLLER PNEUS FROIDS ( 0,05 bar) (*) Euro 4 - Euro 5 (❍) Lichtmetalen velg B C D E F G H I ALFABETISCH REGISTER De bandenspanning bij koude banden is afhankelijk van de uitvoering en uitrusting van de auto. De waarden staan aangegeven op het plaatje fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 192 192 AFMETINGEN F0P0610m fig.
LANGE WIELBASIS 4805-4813 5135-5143 N Totale hoogte: A Wielbasis: B Oversteek voor: C Oversteek achter: D Totale breedte – over carrosserie: – met stootrubbers: – met ingeklapte buitenspiegels: – met uitgeklapte buitenspiegels: E Spoorbreedte voor: 1562-1570 F Spoorbreedte achter: 1596-1604 G Hoogte laadvloer – wielophanging met schroefveren: – wielophanging met luchtvering: 562 ÷ 604 491 ÷ 500 (*) Uitvoeringen met verhoogd dak 3122 3000 STARTEN EN RIJDEN 1894 ÷ 1942 / 2204 ÷ 2276
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 194 194 F0P0611m fig. 8 De afmetingen zijn aangegeven in mm.
AFMETINGEN ZIJSCHUIFDEUR P Hoogte: 1293 ÷ 1301 (*) Q Breedte: 924 (*) Uitvoeringen met verhoogd dak ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN ZORG De afmetingen zijn aangegeven in mm. TECHNISCHE GEGEVENS F0P0306m ALFABETISCH REGISTER fig. 9 LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) 90 Multijet (Euro 4) Maximaal Nuttig Trekgewicht Maximaal nuttig laadvermogen bij geremde toelaatbaar gewicht laadvermogen zonder aanhanger (*) bestuurder (kg) (kg) (kg) (kg) Korte wielbasis (10Q) 2 1661 2661 1000 925 1672 3 1673 2661 988 913 1672 Korte wielbasis (12Q) 2 1661 2661 1000 925 1472 3 1673 2661 988 913 1472 Lange wielbasis (12Q) 2 1680 2880 1200 1125 1453 3 1712 2860 1148 1073 1453 Verhoogd dak (12Q) 2 1700 2900
Motor STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN 90 Multijet (Euro 5) Motor ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 198 Uitvoering Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
130 Multijet 2 1686 2698 1012 937 2000 3 1698 2698 1000 925 2000 2 1686 2898 1212 1137 2000 3 1698 2898 1200 1125 2000 5 1772 2780 1008 933 2000 6 1784 2780 996 921 2000 2 1720 2932 1212 1137 2000 3 1732 2932 1200 1125 2000 5 1801 2880 1079 1004 2000 6 1813 2880 1067 992 2000 Verhoogd dak (12Q) 2 1752 2954 1202 1127 2000 3 1764 2964 1200 1125 2000 VEILIGHEID Korte wielbasis (10Q) Korte wielbasis (12 Q) Korte wielbasis (10 Q) Lange wi
Motor STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 200 Uitvoering Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) Korte wielbasis 90 Multijet (Euro 4) Lange wielbasis Verstevigd Maximaal Nuttig Trekgewicht Maximaal nuttig laadvermogen bij geremde toelaatbaar laadvermogen zonder aanhanger gewicht bestuurder (kg) (kg) (kg) (kg) 5 1745 2665 920 845 1668 6 1757 2665 908 833 1668 8 1887 2759 872 797 2000 9 1822 2683 861 786 2000 5 1776 2680 904 829 1653 6 1788 2680 892 817 1653 8 1842 2714 872 797 2000 9 1853 2714 861 786 2000 8 185
Motor 90 Multijet (Euro 5) LAMPJES EN BERICHTEN Motor ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 202 Uitvoering Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
Verstevigd Korte wielbasis Lange wielbasis VEILIGHEID Maximaal Trekgewiccht Nuttig nuttig bij geremde laadvermogen laadvermogen aanhanger zonder bestuurder (kg) (kg) (kg) 897 972 2000 885 960 2000 804 879 2000 792 867 2000 879 954 2000 867 942 2000 824 899 2000 812 887 2000 949 1024 2000 944 1019 2000 688 763 2000 700 775 2000 STARTEN EN RIJDEN Lange wielbasis (kg) 1771 1783 1901 1913 1798 1810 1911 1923 1926 1931 1987 1995 Maximaal toelaatbaar gewicht (kg) 2743 2743 2780 2780 2752 2752 2810 2810 2950
Motor ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
Uitvoering Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) 90 Multijet Nuttig Maximaal Maximaal Trekgewicht toelaatbaar nuttig laadvermogen bij geremde gewicht laadvermogen zonder aanhanger bestuurder (kg) (kg) (kg) (kg) Korte wielbasis (10Q) 2 1661 2661 1000 925 1453 3 1673 2661 988 913 1453 Korte wielbasis (12 Q) Lange wielbasis (12Q) 2 1661 2861 1200 1125 1672 3 1673 2861 1188 1113 1672 2 1680 2880 1200 1125 1453 3 1692 2880 1188 1113 1672 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMP
Motor STARTEN EN RIJDEN 130 Multijet LAMPJES EN BERICHTEN ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 206 Uitvoering Aantal zitplaatsen Leeggewicht (kg) VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
Leeggewicht (kg) 130 Multijet 165 Multijet Maximaal Nuttig Maximaal Trekgewicht nuttig laadvermogen bij geremde toelaatbaar laadvermogen zonder gewicht aanhanger bestuurder (kg) (kg) (kg) (kg) 2 1538 2950 1412 1337 1930 3 1550 2950 1400 1325 1930 2 1553 2963 1410 1335 1937 3 1565 2963 1398 1323 1937 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN Aantal zitplaatsen LAMPJES EN BERICHTEN Motore ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN ZORG Lading vervoeren Het trekken van aanhangers is mogelijk mits het maxima
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 209 SELENIA WR Volgens het Geprogrammeerde Onderhoudsschema Gebruik voor een correcte werking van de Multijet-uitvoeringen met DPF uitsluitend het originele type smeermiddel. In geval van nood, als het originele product niet beschikbaar is, vul dan maximaal 0,5 liter bij en wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Gebruik Olie en vetten voor krachtoverbren gingen ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
Het brandstofverbruik is gemeten volgens onderstaande procedure: LAMPJES EN BERICHTEN ❒ een stadsrit: opgebouwd uit een koude start gevolgd door een gesimuleerde, normale testrit in stadsverkeer; ❒ gecombineerd verbruik: hierbij telt de waarde van de stadsrit mee voor 37% en de waarde van de testrit buiten de stad voor 63%.
Motor 90 Multijet (Euro 5) Uitvoering Combi Bestel Zitplaatsen 5/6 2/3 Uitvoering Laag dak Korte wielbasis Laag dak Lange wielbasis Laag dak Korte wielbasis Laag dak Lange wielbasis Hoog dak Lange wielbasis Verbruik stadsverkeer 8 8 8 8 8,4 Verbruik buiten de stad 6,3 6,3 6,3 6,3 6,6 Verbruik gecombineerd 6,9 6,9 6,9 6,9 7,2 LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENINGSELEMENTEN 179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.
CO2-EMISSIE De CO2-emissie, vermeld in de volgende tabel, is gemeten op een gecombineerd traject.
Banden.................................................. 191 – een lekke band ............................... 141 Bandenspanning (plaatje).................... 191 Brandstof – brandstofmeter .............................. 15 – dop van de brandstoftank............ 95 Brandstofmeter ................................... 15 66 211 Fiat CODE........................................... 49 149 147 Fix&Go................................................... 144 Frontairbags .......................................
– gloeilamp vervangen ..................... 145 Isofix (kinderzitje)................................ 107 iTPMS ..................................................... 90 – gloeilamp vervangen............... 148-149 Niveau olie stuurbekrachtiging ......... 169 Montage “Universeel” kinderzitje.... 104 Niveau remvloeistof ........................... 168 – etiket kinderzitje............................ 113 Kentekenplaatverlichting................... Motor starten Niveau ruiten-/ koplampsproeiervloeistof .
Ruitbediening ........................................ 76 Stuurinrichting ...................................... 188 Ruiten – reinigen ............................................ 177 – schuifruiten ..................................... 71 Stuurslot ................................................ 12 Ruitensproeiers Startmotor ............................................ 188 Stuurwiel................................................ 26 Symbolen ...............................................
215-222 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.58 Pagina 218 RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
215-222 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.58 Pagina 219 in het hart van uw motor.
215-222 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.58 Pagina 220 Uwauto heeft Selenia gekozen De motor van uw auto is ontstaan met ontworpen voor Selenia, hetmotorolie-assortiment dat voldoet aan demeest geavanceerde internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerken van hoog niveaumaken van Selenia het smeermiddel bij uitstek voor veilige en onovertrefbare motorprestaties.
215-222 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.
215-222 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.58 Pagina 222 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND De bandenspanning bij koude banden is afhankelijk van de uitvoering en uitrusting van de auto. De waarden staan aangegeven op het plaatje dat zich op het linker voorportier bevindt (raadpleeg de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische gegevens”). Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de spanning opnieuw bij koude banden.
SCUDO UM NL 23-06-2009 8:22 Pagina 1 F I A T S C U D O NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.