Operation Manual

55
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Achterruitwisser
(indien aanwezig) fig. 61
De werking kan alleen plaatsvinden als het
contactslot in stand M staat.
Draai de knop A van stand 0 in stand
'
.
Als de ruitenwissers zijn ingeschakeld en
u de achteruit inschakelt, schakelt de ach-
terruitwisser automatisch in voor maxi-
maal zicht achter.
KOPLAMPSPROEIERS
(indien aanwezig) fig. 62
De “verzonken” koplampsproeiers zijn in
de voorbumper van de auto gemonteerd
en treden in werking als u, bij ingeschakeld
dimlicht, de ruitensproeiers inschakelt.
BELANGRIJK Controleer regelmatig of de
koplampsproeiers schoon en in goede
staat zijn.
fig. 62
F0P0054m
Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw of
ijs van de achterruit te verwij-
deren. In die omstandigheden
grijpt, als de achterruitwisser te zwaar
wordt belast, de beveiliging in, die ervoor
zorgt dat de wisser enkele seconden
wordt uitgeschakeld. Als hierna de wer-
king niet wordt hervat (ook na een her-
start van de auto met de contactsleutel),
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
Achterruitsproeier
(indien aanwezig) fig. 61
De werking kan alleen plaatsvinden als het
contactslot in stand M staat.
Draai de draaiknop A van stand
'
in
stand
&
(onvergrendelde stand) om de
achterruitsproeier in te schakelen.
Gelijktijdig voert de ruitenwisser een cy-
clus van drie slagen uit.
fig. 61
F0P0053m
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 55