Operation Manual

74
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 99
F0P00906m
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
Hierdoor kunnen de zijschuifdeuren niet
van binnenuit geopend worden.
Druk voor inschakeling op de knop A-fig. 99
op het schakelaarpaneel op de midden-
console.
Het lampje op de knop A gaat branden als
dit systeem wordt ingeschakeld.
Het systeem blijft ook ingeschakeld na het
elektrisch ontgrendelen van de portieren.
fig. 97
F0P0085m
fig. 98
B
F0P0352m
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Van buitenaf
Gebruik de afstandsbediening voor het
ver-/ontgrendelen van de auto.
Van binnenuit fig. 97
Als de knop A een keer wordt
ingedrukt, worden de portieren/deuren
centraal vergrendeld.
Door de knop nogmaals in te drukken
worden alle sloten ontgrendeld.
Deze knop werkt niet als de auto van bui-
tenaf is vergrendeld m.b.v. de afstandsbe-
diening of de sleutel.
Overvalbeveiliging
Het systeem vergrendelt de portieren
automatisch zodra de auto sneller dan 10
km/h rijdt.
In-/uitschakelen
Houd bij contactsleutel in stand M de
knop A even ingedrukt om de functie in
of uit te schakelen.
Laadruimte
(indien aanwezig) fig. 98
Door het indrukken van knop B kunnen
de achterdeuren worden ver-/ontgren-
deld. Deze functie is ingesteld op het mo-
ment dat de auto wordt afgeleverd. Het
onderscheid in de ontgrendeling tussen de
cabine en de laadruimte kan op verzoek
worden uitgeschakeld. Wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 74