® 27 II/28 II Digital Multimeters Gebruiksaanwijzing September 2009, Rev. 1, 10/10 (Dutch) © 2009, 2010 Fluke Corporation. All rights reserved. Specifications are subject to change without notice. All product names are trademarks of their respective companies.
Beperkte garantie gedurende levensduur Elke Fluke 20, 70, 80, 170 en 180 Series DMM zal gedurende de levensduur van het product vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten. ‘Levensduur’, zoals hierin gebruikt, betekent zeven jaar nadat Fluke de fabricage van dit product heeft stopgezet, maar de garantieperiode zal ten minste tien jaar vanaf de datum van aankoop geldig zijn.
Inhoudsopgave Titel Pagina Inleiding.......................................................................................................................... Contact opnemen met Fluke .......................................................................................... Veiligheidsinformatie ...................................................................................................... Kenmerken...................................................................................................
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Capaciteitmetingen ................................................................................................... Diode testen.............................................................................................................. Metingen van wisselstroom of gelijkstroom............................................................... Frequentiemetingen ..................................................................................................
Inhoudsopgave (vervolgd) Diode ......................................................................................................................... Frequentie ................................................................................................................. Gevoeligheid van de frequentieteller en triggerniveaus............................................. Werkcyclus (Vdc en mVdc) ....................................................................................... Ingangskenmerken ....
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing iv
Lijst met tabellen Tabel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Titel Pagina Symbolen .............................................................................................................................. Ingangen ............................................................................................................................... Standen van de draaiknop..................................................................................................... Druktoetsen ............................
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing vi
Lijst met afbeeldingen Afbeelding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Titel Pagina Functies van display.............................................................................................................. Metingen met wisselspanning en gelijkspanning................................................................... Laagdoorlaatfilter................................................................................................................... Continuïteit testen ........................
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing viii
Inleiding Contact opnemen met Fluke XWWaarschuwing Lees ‘Veiligheidsinformatie’ voordat u de meter gebruikt. Tenzij anders vermeld hebben de beschrijvingen en instructies in deze gebruiksaanwijzing betrekking op Series II-multimeters, model 27 en 28 (hierna 'de meter' genoemd). In alle afbeeldingen is model 28 II weergegeven. Het model 27 II is een Digital Multimeter met een gemiddelde reactie, de 28 II is een True-rms Digital Multimeter. Daarnaast meet de 28 II temperatuur met een type-K-thermokoppel.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Veiligheidsinformatie De meter is conform: • ISA-82.02.01 • CAN/CSA-C22.2 nr. 61010-1-04 • IEC-standaard: nr. 61010-1:2001 • Meetcategorie III, 1000 V, vervuilingsgraad 2 • Meetcategorie IV, 600 V, vervuilingsgraad 2 In deze gebruiksaanwijzing wijst een waarschuwing op omstandigheden en handelingen die gevaarlijk zijn voor de gebruiker. De woorden ‘Let op’ wijzen op omstandigheden en handelingen die de meter of de te testen apparatuur kunnen beschadigen.
Digital Multimeters Veiligheidsinformatie • Inspecteer de meetkabels op beschadigde isolatie of blootgesteld metaal. Controleer de continuïteit van de meetkabels. Vervang beschadigde meetkabels voordat u de meter gebruikt. • Leg nooit meer dan de op de meter vermelde nominale spanning aan tussen de aansluitingen of tussen een aansluiting en aarde. • Gebruik de meter nooit als de behuizing is verwijderd of openstaat.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing • Als u onderhoud aan de meter verricht, gebruik dan uitsluitend gespecificeerde vervangingsonderdelen. • Deze multimeter mag niet worden gebruikt om elektrische ontstekingscircuits te controleren. • Als u probes gebruikt, moet u uw vingers achter de vingerbescherming op de probes houden. • • Controleer de aanwezigheid van gevaarlijke spanning niet met de laagdoorlaatfilter. De aanwezige spanning is mogelijk hoger dan de afgelezen waarde.
Digital Multimeters Veiligheidsinformatie Tabel 1. Symbolen B Ac (wisselstroom) J F Dc (gelijkstroom) I Zekering X Gevaarlijke spanning P Conform richtlijnen van de Europese Unie W Gevarenrisico. Belangrijke informatie. Zie gebruiksaanwijzing. ) Conform relevante richtlijnen van de Canadian Standards Association Batterij: als dit symbool op het display verschijnt, is de batterij bijna leeg. T Dubbel geïsoleerd Continuïteitstest of toon van continuïteitspieper.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Kenmerken In de tabellen 2 tot en met 5 worden de functies van de meter kort beschreven. Tabel 2. Ingangen gaq112.eps Aansluiting 6 Omschrijving A Ingang voor het meten van stroom van 0 A tot 10,00 A (10-20 A overbelasting gedurende maximaal 30 seconden), stroomfrequentie en werkcyclus. Ingang voor het meten van stroom van 0 tot 400 mA (600 mA gedurende 18 uren) en stroomfrequentie en werkcyclus. COM Terugvoeraansluiting voor alle metingen.
Digital Multimeters Kenmerken Tabel 3. Standen van de draaiknop Functie Stand draaiknop Willekeurige stand K Wanneer de meter wordt aangezet, verschijnt het modelnummer kort op het display. Wisselspanningsmeting Druk op (geel) voor laagdoorlaatfilter () (alleen 28 II) L Gelijkspanningsmeting. Spanningsbereik van 600 mV dc. Druk op (geel) voor temperatuur () (alleen 28 II) Druk op voor continuïteitstest. e Weerstandsmeting. Druk op (geel) voor capaciteitsmeting.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Tabel 4. Druktoetsen Toets Stand draaiknop (geel) 8 Functie Selecteert capaciteit. Selecteert temperatuur (alleen 28 II) Selecteert een functie voor laagdoorlaatfilter voor wisselspanning (alleen 28 II) Schakelt tussen gelijk- en wisselstroom. Schakelt tussen gelijk- en wisselstroom. Willekeurig e stand Schakelt tussen de bereiken die voor de geselecteerde functie beschikbaar zijn.
Digital Multimeters Kenmerken Tabel 4. Drukknoppen (vervolgd) Toets Stand draaiknop Continuïtei t MIN MAXregistratie Hz, werkcyclus Functie Zet de continuïteitspieper aan en uit. Schakelt tussen piekrespons (250 μs) en normale respons (100 ms). (alleen 28 II) Schakelt de meter tussen triggeren op positieve flank of triggeren op negatieve flank. Willekeurige Schakelt de toetsverlichting en schermverlichting in, maakt ze feller en schakelt ze uit.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Tabel 4. Drukknoppen (vervolgd) Toets (relatiefmo dus) 10 Stand draaiknop Functie Willekeurige stand Slaat de huidige aflezing op als referentie voor volgende aflezingen. Het display wordt op nul gezet en de opgeslagen aflezing wordt van alle volgende aflezingen afgetrokken. Willekeurige stand behalve diodetest Druk op voor frequentiemetingen. Start de frequentieteller. Druk de toets nogmaals in om de werkcyclusmodus te activeren.
Digital Multimeters Kenmerken Nummer Functie Symbool - Negatieve aflezingen. In de relatiefmodus geeft dit symbool aan dat de huidige ingang kleiner is dan de opgeslagen referentie. Display HOLD is ingeschakeld. Minimale en maximale piekmodi en de reactietijd is 250 μs (alleen 28 II). MAX MIN AVG gaq101.eps Afbeelding 1. Weergavefuncties Tabel 5. Weergave-elementen Nummer Functie Symbool Polariteitsindicator voor de analoge staafgrafiek.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Tabel 5. Weergavefuncties (vervolg) Nummer Functie Symbool Batterij bijna leeg. XWWaarschuwing: om A, μA, mA volt, millivolt μF, nF microfarad, nanofarad nS nanosiemens % Procent. Gebruikt voor werkcyclusmetingen. Ω, MΩ, kΩ ohm, megohm, kilohm AC DC Functie °C, F° 610000 mV HiRes Modus voor hoge resolutie (Hi Res). HiRes=19.999 (alleen 28 II) Auto Modus voor automatisch bereik.
Digital Multimeters Kenmerken Tabel 5. Weergavefuncties (vervolg) Nummer -- Functie 0L Symbool Er is een overbelastingsconditie waargenomen. Foutberichten bAtt Vervang onmiddellijk de batterij. di'c In de functie capaciteit is er te veel elektrische lading op de te testen condensator aanwezig. CAL Err EEPr Err 0PEn F2_ LEAd Ongeldige kalibratiegegevens. Kalibreer de meter. Ongeldige EEPROM-gegevens. Laat de meter nakijken. Open thermokoppel gevonden. Ongeldig model. Laat de meter nakijken.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Tabel 6. Opstartopties Toets (geel) Opstartoptie Deactiveert de functie automatische uitschakeling (normaal gesproken wordt de meter na 30 minuten automatisch uitgezet). De meter geeft ‘PoFF’ weer totdat u loslaat. Schakelt de kalibratiemodus van de meter in en vraagt om een wachtwoord. De meter geeft “CAL” weer en de kalibratiemodus wordt geactiveerd. Zie Kalibratie-informatie 27 II/28 II. Schakelt de functie afvlakking van de meter in.
Digital Multimeters Metingen verrichten Metingen verrichten Wisselspanning De volgende gedeelten beschrijven hoe u metingen met de meter kunt verrichten. Schakelkast Metingen met wisselspanning en gelijkspanning Model 28 II levert nauwkeurige true-rms-aflezingen voor vervormde sinusgolven en andere golfvormen (zonder dcnulpuntsafwijking) zoals blokgolven, driehoekgolven en trapgolven. V De spanningsbereiken van de meter zijn 600,0 mV, 6,000 V, 60,00 V, 600,0 V en 1000 V.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Als u de spanning meet, gedraagt de meter zich ongeveer als een impedantie van 10 MΩ (10.000.000 Ω) parallel aan het circuit. Dit belastingseffect kan meetfouten in circuits met hoge impedantie veroorzaken. Meestal is de fout te verwaarlozen (0,1% of minder) als de impedantie van het circuit 10 kΩ (10.000 Ω) of kleiner is.
Digital Multimeters Metingen verrichten XW Waarschuwing Temperatuurmetingen (28 II) Om elektrische schokken of lichamelijk letsel te voorkomen, mag u de aanwezigheid van gevaarlijke spanning niet met de functie laagdoorlaatfilter controleren. De aanwezige spanning is mogelijk hoger dan de afgelezen waarde. Controleer eerst of er geen gevaarlijke spanning aanwezig is door de spanning te meten zonder het filter. Selecteer vervolgens het filter.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Continuïteit testen WLet op Om eventuele beschadiging aan de meter of de te testen apparatuur te voorkomen, moet u de stroom naar het circuit uitschakelen en alle hoogspanningscondensators ontladen voordat u de continuïteit test. De continuïteitstest laat een pieptoon horen zolang een circuit heel is. Met de pieper kunt u snel continuïteitstests verrichten zonder dat u het display in het oog hoeft te houden.
Digital Multimeters Metingen verrichten Schakel de stroom naar het circuit uit bij in het circuit te verrichten tests. AAN (gesloten) UIT (open) Activeert continuïteitspieper gaw103.eps Afbeelding 4.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Weerstandsmetingen WLet op • Om eventuele beschadiging aan de meter of de te testen apparatuur te voorkomen, moet u de stroom naar het circuit uitschakelen en alle hoogspanningscondensators ontladen voordat u de weerstand meet. De gemeten waarde van een weerstand in een circuit verschilt vaak van de nominale waarde van de weerstand. • De meetkabels kunnen een fout van 0,1 Ωt/m 0,2 Ωaan de weerstandsmetingen toevoegen.
Digital Multimeters Metingen verrichten Weerstand meten in circuit Een potentiometer isoleren Stroom naar circuit UIT 1 3 2 Loskoppelen 2 1 3 Een weerstand isoleren Loskoppelen gaw106.eps Afbeelding 5.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Geleiding gebruiken voor tests van hoge weerstand of lekkage Geleiding, het tegenovergestelde van weerstand, is het vermogen van een circuit om stroom door te laten. Hoge geleidingswaarden betekenen lage weerstandswaarden. Het meterbereik van 60 nS meet geleiding in nanosiemens (1 nS = 0,000000001 siemens). Omdat zulke kleine geleidingswaarden wijzen op een uiterst hoge weerstand, kunt u met het nS-bereik de weerstand van componenten tot maximaal 100.000 MΩ (1/1 nS = 1.
Digital Multimeters Metingen verrichten Capaciteitmetingen WLet op Om eventuele beschadiging aan de meter of de te testen apparatuur te voorkomen, moet u de stroom naar het circuit uitschakelen en alle hoogspanningscondensators ontladen voordat u de capaciteit meet. Gebruik de gelijkspanningsfunctie om te bevestigen dat de condensator is ontladen. Selecteer capaciteit Het capaciteitsbereik van de meter bedraagt 10,00 nF, 100,0 μF, 1,000 μF, 10,00 μF, 100,0 μF en 9999 μF.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Diode testen WLet op Om eventuele beschadiging aan de meter of de te testen apparatuur te voorkomen, moet u de stroom naar het circuit uitschakelen en alle hoogspanningscondensators ontladen voordat u de dioden test. Gebruik de diodetest om dioden, transistors, siliciumgelijkrichters (SCR’s) en andere halfgeleiderapparaten te controleren. Deze functie test een halfgeleiderjunctie door een stroom door de junctie te sturen en vervolgens de spanningsval van de junctie te meten.
Digital Multimeters Metingen verrichten Sperrichting Doorlaatrichting Typische aflezing + + Enkele pieptoon Kortgesloten Slechte diode Open Slechte diode of Enkele pieptoon gaw109.eps Afbeelding 7.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Metingen van wisselstroom of gelijkstroom XWWaarschuwing Om foutieve aflezingen te voorkomen die tot elektrische schokken of lichamelijk letsel kunnen leiden, mag u nooit de stroom in het circuit meten als het nullastpotentiaal naar aarde groter is dan 1000 V. U kunt de meter beschadigen of letsel oplopen als de zekering doorslaat tijdens een meting. WLet op Ga als volgt te werk om beschadiging van de meter of de te testen apparatuur te voorkomen.
Digital Multimeters Metingen verrichten Stroom naar circuit: UIT om meter aan te sluiten AAN voor meting UIT om meter los te koppelen 1 Totale stroom naar circuit 4 mA A 3 A 5 2 Stroom door één component 5 gaw107.eps Afbeelding 8.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing 3. Als u de A-aansluiting gebruikt, stelt u de draaiknop in op. Als u de mA/-aansluiting gebruikt, stelt u de draaiknop in op voor stromen onder 6000 μA (6 mA) of op voor stromen boven 6000 μA. 4. Druk op om de stroom te meten. 5. Verbreek de te testen circuitbaan. Breng de zwarte probe in contact met de meer negatieve zijde van de verbreking; breng de rode probe in contact met de meer positieve zijde van de verbreking.
Digital Multimeters Metingen verrichten Frequentiemetingen Hier volgen enkele tips voor het meten van de frequentie: De meter meet de frequentie van een spannings- of stroomsignaal door het aantal keren te tellen dat het signaal per seconde een drempel overschrijdt. • Tabel 7 is een samenvatting van de triggerniveaus en frequentiemetingtoepassingen, met gebruik van de verschillende bereiken van de spannings- en stroomfuncties van de meter.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Tabel 7. Functies en triggerniveaus voor frequentiemetingen Functie Typische toepassing K 6 V, 60 V, 600 V, 1000 V ±5 % van schaal Meeste signalen. K 600 mV ±30 mV Hoogfrequente logische signalen van 5 V. (De dc-koppeling van de functie L kan de hoogfrequente logische signalen verzwakken, waardoor hun amplitude zodanig wordt verminderd dat het triggeren wordt gestoord.) mL L 600 mV 40 mV Zie de meettips die voor deze tabel worden gegeven.
Digital Multimeters Metingen verrichten Voor logische signalen van 5 V gebruikt u het gelijkstroombereik van 6 V. Voor schakelsignalen van 12 V in auto’s gebruikt u het gelijkstroombereik van 60 V. Voor sinusgolven gebruikt u het laagste bereik dat niet resulteert in multipel triggeren. (Een vervormingsvrij signaal kan gewoonlijk maximaal tienmaal de amplitude van het geselecteerde spanningsbereik zijn.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing De pulsduur bepalen Voor een periodieke golfvorm (het patroon ervan wordt na gelijke tijdsintervallen herhaald) kunt u als volgt vaststellen hoe lang het signaal hoog of laag is: 1. Meet de frequentie van het signaal. 2. Druk een tweede keer op om de werkcyclus van het signaal te meten. Druk op om een meting van de positieve of negatieve puls van het signaal te selecteren. Zie Afbeelding 9. 3.
Digital Multimeters HiRes-modus (28 II) Zoommodus (alleen opstartoptie) De staafgrafiek met relatieve zoom gebruiken: 1. Houd ingedrukt terwijl u de meter aanzet. Het display geeft “2rE weer.L”. 2. Selecteer de relatiefmodus door nogmaals op te drukken. 3. Het midden van de staafgrafiek is nu het nulpunt en de gevoeligheid van de staafgrafiek neemt toe met een factor 10.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing MIN MAX-registratiemodus De MIN MAX-modus registreert minimum- en maximumingangswaarden. Als de ingang lager dan de geregistreerde minimumwaarde of hoger dan de geregistreerde maximumwaarde is, geeft de meter een pieptoon en wordt de nieuwe waarde geregistreerd.
Digital Multimeters Afvlakkingsfunctie (alleen opstartoptie) Tabel 8. MIN MAX-functies Toets (in MIN MAX-modus) PEAK MIN MAX MIN MAX-functie Activeer de MIN MAX-registratiemodus. De meter wordt vergrendeld in het bereik dat was weergegeven voordat u de MIN MAX-modus activeerde. (Selecteer de gewenste meetfunctie en het gewenste meetbereik voordat u MIN MAX activeert.) De meter piept telkens wanneer een nieuwe minimum- of maximumwaarde is geregistreerd.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Modus AutoHOLD XWWaarschuwing Om elektrische schok of lichamelijk letsel te voorkomen, mag u de modus AutoHOLD niet gebruiken om vast te stellen of de circuits niet onder stroom staan. De modus AutoHOLD legt geen instabiele aflezingen of aflezingen met ruis vast. De modus AutoHOLD houdt de huidige aflezing op het display vast. Wanneer een nieuwe stabiele aflezing wordt verkregen, piept de meter en wordt de nieuwe aflezing weergegeven.
Digital Multimeters Onderhoud Zekeringen testen Onderhoud XWWaarschuwing Om elektrische schokken of lichamelijk letsel te voorkomen, moeten reparaties of onderhoud die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, uitsluitend door deskundig personeel worden verricht (zie Kalibratie-informatie 27 II/28 II). Algemeen onderhoud Neem de behuizing regelmatig af met een vochtige doek en een niet-agressief detergens. Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing De batterijen vervangen Vervang de batterijen door drie AA-batterijen (NEDA 15A IEC LR6). Goede 0.44 A-zekering: 0.995 kΩ 1.005 kΩ Goede 11 A-zekering: 00.0 Ω 00.5 Ω XWWaarschuwing Om foutieve aflezingen te voorkomen die tot een elektrische schok of lichamelijk letsel kunnen leiden, moeten de batterij worden vervangen zodra de batterijindicatie verschijnt. Als het display ‘batt’ te zien geeft, werkt de meter niet totdat de batterij is vervangen.
Digital Multimeters Service en onderdelen 4. Zorg dat de pakking van het batterijcompartiment () goed is geplaatst rond de buitenste rand van het compartiment. 5. Plaats de batterijklep terug door deze uit te lijnen met de rand van het batterijcompartiment. 6. Zet de klep vast met de zes kruiskopschroeven. De zekeringen vervangen elke zekering op de markering op de printplaat onder elke zekering. 7.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing 1 3 4 2 6 5 gaq10.eps Afbeelding 11.
Digital Multimeters Service en onderdelen Tabel 9. Vervangingsonderdelen Omschrijving Aantal Fluke onderdeelnr. of modelnr.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Schroef AC72 Krokodillenklemmen Batterijklep Pakking Batterijklep Holster TL75 Meetkabelset Batterij AA 1.5 V Zekering Toegangsklep Zekering 11 A, 1000 V, Snel Zekering 0.440 A, 1000 V, Snel Zekeringkapje 27 II/28 II Gebruiksaanwijzing op cd 27 II/28 II Handleiding Aan de slag 80BK-A Geïntegreerde DMM Temperatuurprobe (28 II only) gaw111.eps Afbeelding 12.
Digital Multimeters Service en onderdelen Tabel 10.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Algemene specificaties Maximumspanning tussen elke aansluiting en aarde ..................................................... 1000 V rms W Zekering voor mA-ingangen ................................... 440 mA, 1000 V FAST-zekering W Zekering voor A-ingangen ...................................... 11 A, 1000 V FAST-zekering Scherm Digitaal ........................................................................ 6000 tellingen, wordt 4/sec bijgewerkt (model 28 II heeft ook 19.
Digital Multimeters Algemene specificaties Elektromagnetische compatibiliteit (EN 61326-1:1997)..........................................................In een RF-veld van 3 V/m, nauwkeurigheid = gespecificeerde nauwkeurigheid + 20 counts, behalve 600 µA gelijkstroombereik totale nauwkeurigheid = gespecificeerde nauwkeurigheid + 60 counts. Temperatuur niet gespecificeerd Relatieve luchtvochtigheid...........................................
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Gedetailleerde specificaties Voor alle gedetailleerde specificaties geldt het volgende: Nauwkeurigheid is gespecificeerd gedurende 2 jaar na kalibratie, bij een werktemperatuur van 18 °C tot 28 °C, met relatieve vochtigheid van 0 % tot 95 %. Nauwkeurigheidsspecificaties zijn in de vorm ±([% van aflezing] + [aantal minst significante cijfers]). Vermenigvuldig bij Model 28 II in de 4 ½-cijfermodus het aantal minst significante cijfers (tellingen) met 10.
Digital Multimeters Gedetailleerde specificaties 28 II wisselspanning Wisselspanningsconversies zijn gekoppeld aan wisselspanning en geldig van 3% tot 100% van bereik. Bereik Resolutie 600,0 mV 0,1 mV 6,000 V 0,001 V 60,00 V 0,01 V 600,0 V 1000 V Nauwkeurigheid 45 - 65 Hz 15 - 200 Hz ±(0,7 % + 4) 1 - 5 kHz 5 - 20 kHz ±(2 % + 4) ±(2 % + 20) [2] Niet ±(1.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Gelijkspanning, geleiding en weerstand Functie mV dc V dc Ω nS [1] Bereik Resolutie 600,0 mV 0,1 mV 6,000 V 0,001 V 60,00 V 0,01 V 600,0 V 0,1 V 1000 V 1V 600,0 Ω 0,1 Ω 6,000 kΩ 0,001 kΩ 60,00 kΩ 0,01 kΩ 600,0 kΩ 0,1 kΩ 6,000 MΩ 0,001 MΩ 50,00 MΩ 0,01 MΩ 60,00 nS 0,01 nS 48 ± (0,1 % + 1) ± (0,05 % + 1) ±(0.2 % + 2) [2] ± (0,2 % + 1) ±(1.0 % + 1) ±(1.
Digital Multimeters Gedetailleerde specificaties Temperatuur (alleen 28 II) Bereik Resolutie -200 °C tot +1090 °C -328 °F tot +1994 °F [1] [2] Nauwkeurigheid 0,1 °C 0,1°F [1,2] ±(1,0% + 10) ±(1.0 % + 18) Fout van de thermokoppelprobe niet inbegrepen. Nauwkeurigheidsspecificatie veronderstelt dat de omgevingstemperatuur ±1 °C stabiel is. Bij wijzigingen in de omgevingstemperatuur van ±5 °C geldt de opgegeven nauwkeurigheid na 2 uur.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Gelijkstroom Functie μA dc mA dc A dc [1] [2] [3] Bereik Resolutie Spanningsval Nauwkeurigheid 27 II 28 II 600,0 μA 0,1 μA 100 μV/ μA ± (0,2 % + 4) ± (0,2 % + 4) 6000 μA 1 μA 100 μV/ μA ± (0,2 % + 2) ± (0,2 % + 2) 0,01 mA 1,8 mV/mA ± (0,2 % + 4) ± (0,2 % + 4) 0,1 mA 1,8 mV/mA ± (0,2 % + 2) ± (0,2 % + 2) 0,001 A 0,03 V/A ± (0,2 % + 4) ± (0,2 % + 4) 0,01 A 0,03 V/A ± (0,2 % + 2) ± (0,2 % + 2) 60,00 mA 400,0 mA [1] 6,000 A 10,00 A [2,3] 400
Digital Multimeters Gedetailleerde specificaties Diode Bereik Resolutie 2,000 V Nauwkeurigheid ±(1.0 % + 1) 0,001 V Frequentie Bereik Resolutie 199,99 Hz 0,01 Hz 1999,9 Hz 0,1 Hz 19,999 kHz 0,001 kHz 199,99 kHz 0,01 kHz > 200 kHz 0,1 kHz [1] Nauwkeurigheid ±(0.005 % + 1) [1] Niet gespecificeerd Van 0,5 Hz tot 200 kHz en voor pulsduren > 2 μs.
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing Werkcyclus (Vdc en mVdc) Bereik Nauwkeurigheid 0,0 % tot 99,9 % [1] [1] Binnen ± (0,2% per kHz + 0,1 %) voor oplooptijden < 1 μs. 0,5 Hz tot 200 kHz, pulsduur > 2 μs. Pulsduurbereik wordt bepaald door de frequentie van het signaal.
Digital Multimeters Gedetailleerde specificaties MIN MAX-registratie Nominale respons Nauwkeurigheid 27 II 28 II Gespecificeerde nauwkeurigheid ± 12 100 ms tot 80 % tellingen voor wijzigingen met duur > 200 ms (± 40 tellingen in ac met pieper aan) 100 ms tot 80 % (dc-functies) 120 ms tot 80% (ac-functies) Gespecificeerde nauwkeurigheid ± 12 counts voor wijzigingen met duur > 200 ms Gespecificeerde nauwkeurigheid ± 40 counts voor wijzigingen > 350 ms en ingangen > 25 % van bereik Gespecificeerde nauwke
27 II/28 II Gebruiksaanwijzing 54