Operation Manual

WERKING
Het systeem assisteert de bestuurder bij
het efficiënter rijden door voortdurend de
karakteristieken van het schakelen, het
anticiperen op verkeersomstandigheden
en de snelheid op autosnelwegen en
buitenwegen te controleren.
N.B.:
Deze rendementswaarden
resulteren niet in een vaste
brandstofverbruikswaarde. Deze kan
namelijk variëren aangezien deze niet
alleen samenhangt met de rijgewoonten,
maar ook wordt beïnvloed door veel
andere factoren zoals korte ritten en een
koude start.
De waarde van deze karakteristieken
wordt aangeduid door de bloemblaadjes
in het display, waarbij vijf bloemblaadjes
het efficiëntste is. Hoe efficiënter u rijdt,
hoe beter deze waarde en hoe lager het
totale brandstofverbruik.
E121813
A
B
C
A: Schakelen
B: Anticipatie
C: Efficiënte snelheid
Schakelen
Door de hoogst mogelijke versnelling voor
de betreffende rijomstandigheden te
gebruiken, verbetert het
brandstofverbruik.
Anticipatie
Door uw rijsnelheid aan te passen en de
afstand tot voertuigen voor u aan te
passen zodat hard remmen of versnellen
niet nodig is, verbetert het
brandstofverbruik.
Efficiënte snelheid
Bij een hogere snelheid wordt meer
brandstof verbruikt. Door uw kruissnelheid
op buitenwegen te verlagen, verbetert
het brandstofverbruik.
ECO-MODUS GEBRUIKEN
Toegang tot het systeem wordt
verkregen m.b.v. het tripcomputermenu.
Zie Tripcomputer (bladzijde 96).
Druk op de SET/RESET toets om de
Eco-modus in te schakelen. Gebruik de
draaiknop om afzonderlijke schermen en
extra tips te bekijken m.b.t. het verbeteren
van uw brandstofverbruik.
Eco-modus resetten
Reset het gemiddelde brandstofverbruik.
N.B.:
Het berekenen van nieuwe
waarden kan even duren.
144
Eco-modus