Operation Manual

WERKING
De camera is een visueel hulpmiddel bij
achteruitrijden.
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
LET OP
Wanneer u een hogedrukspuit
gebruikt om uw wagen te wassen,
spuit dan kort op de camera vanaf
een afstand van niet minder dan 20
centimeter.
Oefen geen druk op de camera uit.
N.B.:
Houd de camera vrij van vuil, ijs en
sneeuw. Reinig de camera niet met
scherpe voorwerpen, ontvetter, was of
organische producten. Gebruik alleen een
zachte doek.
Tijdens de bediening worden in de display
hulplijnen weergegeven die de route van
de wagen en de geschatte afstand vanaf
voorwerpen aan de achterzijde
voorstellen.
ACHTERUITKIJKCAMERA
GEBRUIKEN
WAARSCHUWINGEN
De bediening van de camera
varieert afhankelijk van de
buitentemperatuur, de
rij-omstandigheden van de auto en het
type weg.
De in de display weergegeven
afstanden kunnen verschillen van
de werkelijke afstand.
WAARSCHUWINGEN
Plaats geen voorwerpen voor de
camera.
De camera is aangebracht op de
achterklep (bij de handgreep).
E99105
Achteruitkijkcamera activeren
LET OP
Het kan voorkomen dat de camera
voorwerpen die zich te dicht bij de
auto bevinden niet kan registreren.
Met het contact en het audiosysteem
ingeschakeld:
1. Druk op de parkeerhulpschakelaar op
het instrumentenpaneel. Voor locatie:
Zie Kort overzicht (bladzijde 10).
Of,
2. Schakel de achteruitversnelling in.
De afbeelding wordt op het scherm
weergegeven.
De lamp in de schakelaar gaat branden
wanneer het systeem wordt geactiveerd.
166
Achteruitkijkcamera