Operation Manual

Bij volledige beveiliging worden de
interieursensoren geactiveerd bij het
inschakelen van het alarm.
N.B.:
Dit kan resulteren in een vals alarm
wanneer dieren of bewegende
voorwerpen in de auto aanwezig zijn.
N.B.:
Een valse alarm kan ook worden
geactiveerd door de hulpverwarming Zie
Extra verwarming (bladzijde 113). Als
u de hulpverwarming gebruikt, leid de
luchtstroom dan naar de beenruimte.
Gereduceerde beveiliging
Bij verminderde beveiliging worden de
interieursensoren gedeactiveerd bij het
inschakelen van het alarm.
N.B.:
U kunt de gereduceerde beveiliging
slechts gedurende één contactcyclus
inschakelen. De volgende keer dat u het
contact aanzet, zal het alarm worden
teruggesteld naar volledige beveiliging.
Vragen bij het verlaten van de
wagen
U kunt de informatiedisplay zodanig
instellen, dat telkens wordt gevraagd welk
beveiligingsniveau u wilt instellen.
Wanneer u Ask on Exit selecteert,
verschijnt telkens wanneer u het contact
afzet het bericht Reduced guard? op
de display in de instrumentengroep.
Wanneer u de gereduceerde beveiliging
wilt instellen, drukt u op de OK toets
wanneer dit bericht verschijnt.
Wanneer u de volledige beveiliging wilt
instellen, verlaat dan de auto zonder op
de OK te drukken.
Volledige of gereduceerde
beveiliging selecteren
N.B.:
Door Reduced te selecteren
wordt de alarminstallatie niet permanent
in de gereduceerde beveiligingsmodus
gezet. De installatie wordt slechts één
contactcyclus in de gereduceerde modus
geschakeld. Wanneer u regelmatig de
alarminstallatie in de gereduceerde
beveiligingsmodus zet, selecteer dan Ask
on Exit.
U kunt volledige of gereduceerde
beveiliging selecteren m.b.v. het
informatie-display. Zie Algemene
informatie (bladzijde 89).
Informatiemededelingen
Zie Infoberichten (bladzijde 97).
ALARM INSCHAKELEN
Alarminstallatie inschakelen, wagen
vergrendelen. Zie Sloten (bladzijde 39).
ALARM UITSCHAKELEN
Uitvoeringen zonder keyless
entry systeem
Perimeter alarminstallatie
Schakel de alarminstallatie en het
alarmsignaal uit door de portieren met de
sleutel te ontgrendelen, zet het contact
met een correct gecodeerde sleutel aan
of ontgrendel de portieren of de
achterklep met de afstandsbediening.
50
Alarm