FORD FIESTA Korte beschrijving
Over deze snelreferentiegids Deze gids is opgesteld om u te helpen bepaalde functies van de auto snel te leren kennen. De gids bevat alleen basisinstructies (korte beschrijvingen) en is geen vervanging voor de Handleiding. U dient de volledige instructies in de Handleiding en alle waarschuwingen te lezen. Hoe meer u van uw auto afweet, des te beter kunt u ermee omgaan en dat komt de veiligheid en het rijplezier ten goede. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford.
IN ÉÉN OOGOPSLAG 1 Fiesta (CCN) , CG3583nlNLD nlNLD, Edition date: 02/2014, None
A Luchtroosters. B Richtingaanwijzers. Grootlicht. C Instrumentengroep. D Startknop. E Ruitenwisserschakelaar. F Informatie- en entertainmentdisplay. G Audioeenheid. H Knop centrale portiervergrendeling. I Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. J Waarschuwingslamp airbag. K Bedieningselementen klimaatregeling. K Schakelaar achterruitverwarming. K Schakelaar voorruitverwarming. L Schakelaar parkeerhulp. M Schakelaars stoelverwarming; N Start/stop-schakelaar. O Contactslot.
VEILIGHEIDSGORDELS VASTMAKEN MYKEY™ Met het systeem kunt u sleutels programmeren met beperkte rijfuncties om goed rijgedrag te stimuleren. Met uitzondering van één sleutel kunt u alle sleutels gebruiken die voor uw auto met deze beperkte rijfuncties zijn geprogrammeerd. Sleutels die niet geprogrammeerd zijn worden admin-sleutels genoemd. Met deze sleutels kunt u: • een MyKey maken • optionele MyKey instellingen programmeren • alle MyKey-functies wissen.
Optionele Instellingen 3. Verkrijg toegang tot het hoofdmenu via het informatiedisplay. Selecteer MyKey en druk op de knop OK of de pijl naar rechts. 4. Selecteer Maak MyKey en druk op OK. 5. Houd, indien gevraagd, de knop OK ingedrukt tot u een bericht ziet waarin u verzocht wordt deze sleutel als een MyKey te markeren. De sleutel wordt beperkt zodra u deze de volgende keer gebruikt. N.B.: Zorg dat u de MyKey markeert, zodat u deze van de admin-sleutels kunt onderscheiden.
5. Houd, indien gevraagd, de knop OK ingedrukt tot u een bericht ziet waarin u verzocht wordt deze sleutel als een MyKey te markeren. De sleutel wordt beperkt zodra u deze de volgende keer gebruikt. N.B.: Zorg dat u de MyKey markeert, zodat u deze van de admin-sleutels kunt onderscheiden. SYSTEEMSTATUS MYKEY CONTROLEREN Informatie over de MyKeys die voor uw auto geprogrammeerd zijn, kunt u vinden met behulp van het informatiedisplay.
STORINGSDIAGNOSE MYKEY Alle auto's Storing Mogelijke oorzaken Ik kan geen MyKey maken. De sleutel die werd gebruikt om de auto te starten is geen admin-sleutel. De sleutel die werd gebruikt om de auto te starten is de enige sleutel. Er moet op zijn minst één admin-sleutel zijn. Ik kan de configureerbare instellingen niet programmeren. De sleutel die werd gebruikt om de auto te starten is geen admin-sleutel. Er zijn geen MyKeys voor uw auto geprogrammeerd. Zie MyKey aanmaken (bladzijde 4).
VERGRENDELEN EN ONTGRENDELEN A Ontgrendelen B Vergrendelen C Achterklep STUURWIEL AFSTELLEN Met afstandsbediening dubbel vergrendelen 1. Ontgrendel de stuurkolom. 2. Zet het stuurwiel in de gewenste stand. Druk toets B tweemaal binnen drie seconden in. Achterklep Druk toets C tweemaal binnen drie seconden in. Elektrische portiersloten • • Druk eenmaal op de toets elektrische portiersloten op het instrumentenpaneel. De portieren worden vergrendeld. Druk nogmaals op de toets.
AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELENDE RUITENWISSERS CENTRALE VERGRENDELING Auto's zonder sleutelloze toegang Integraal openen Om alle ruiten te openen: A Maximaal automatisch wissen. B Aan. C Minimaal automatisch wissen. 1. Druk de ontgrendelknop van de afstandsbediening in en laat deze los. 2. Houd de ontgrendelknop van de afstandsbediening minimaal 3 seconden ingedrukt. De ruitenwissers zullen werken wanneer de regensensor water op de voorruit detecteert.
Aanbevolen instellingen voor koelen (handbediende klimaatregeling) BUITENSPIEGELS Elektrisch bedienbare buitenspiegels 1. A Spiegel aan linkerzijde B Uit C Spiegel aan rechterzijde Open de luchtroosters in het midden en aan de zijkant. 2. Richt de middelste luchtroosters en de luchtroosters aan de zijkant naar behoeven. Aanbevolen instellingen voor koelen (automatische klimaatregeling) Druk op de pijlen om de spiegel af te stellen. TIPS VOOR DE KLIMAATREGELING IN HET INTERIEUR 1.
1. Sluit de middelste luchtroosters en open de luchtroosters aan de zijkant. 2. Richt de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten HOOFDSTEUNEN Stel de hoofdsteun zodanig af dat de bovenzijde ervan op dezelfde hoogte ligt als de bovenzijde van uw hoofd. Aanbevolen instellingen voor verwarmen (automatische klimaatregeling) 1. Stel de temperatuur in op 22 °C. 2. Open de luchtroosters in het midden en aan de zijkant. 3.
Rugleuning neerklappen - 3-deurs uitvoering 1. Duw tegen de rugleuning om de gekantelde stoel naar de eindaanslag (geheugenpositie) of de gewenste zitpositie te schuiven. 2. Zet de rugleuning rechtop. SLEUTELLOOS STARTEN 1. Trek aan de vergrendelhendel om de rugleuning te ontgrendelen. N.B.: Houd de ontgrendelingshendel niet vast terwijl u de stoel verschuift. N.B.
1. Druk het koppelingspedaal volledig in. 2. Druk de toets kortstondig in. Auto's met automatische transmissie Motor starten bij uitvoeringen met automatische transmissie N.B.: Druk het gaspedaal niet in. 1. Zet de keuzehendel van de transmissie in stand P of N. 2. Start de motor. N.B.: Door tijdens het starten het rempedaal op te laten komen, wordt de startmotor uitgeschakeld maar blijft het contact aan. 1. Zet de keuzehendel in stand "P" of "N". 2. Druk het rempedaal volledig in. 3.
Motor afzetten 1. 2. 3. 4. TANKEN Stop de auto. Zet de keuzehendel in de neutraalstand. Laat het koppelingspedaal los. Laat het gaspedaal los. Het systeem zet de motor wellicht niet af onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld: • • • • • • • • Om het interieurklimaat te behouden. Lage accuspanning. De buitentemperatuur is te laag of te hoog. Het bestuurdersportier is geopend. Lage bedrijfstemperatuur motor. Weinig vacuüm in remsysteem. Als een snelheid van 5 km/u niet is overschreden.
Wanneer het systeem actief is, blijft de auto nadat u het rempedaal hebt losgelaten twee tot drie seconden op de helling stilstaan. Hierdoor heeft u tijd om uw voet van het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen. De remmen worden automatisch gelost zodra de motor voldoende vermogen heeft opgebouwd om weg te rijden. Zo wordt voorkomen dat de auto op een helling kan terugrollen. GEBRUIK MAKEN VAN SNELHEIDSREGELING Cruise control inschakelen 3. Bedien het vulpistool binnen de getoonde gebieden. N.B.
Ingestelde snelheid veranderen ALGEMENE PUNTEN BIJ HET RIJDEN Ruiten - Veel Gestelde Vragen N.B.: Het wordt aanbevolen de ruiten volledig te sluiten om windgeruis te reduceren, het passagierscomfort en de prestaties van de airconditioning te verbeteren en het brandstofverbruik tijdens het rijden te verlagen. A Accelereren (versnellen) B Decelereren (vertragen) Ingestelde snelheid annuleren Druk het rempedaal of de CAN RES schakelaar in.
REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO N.B.: Wanneer de auto tijdens het wassen in een autowasserette in de was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit. Ruiten en ruitenwisserbladen reinigen De ruiten en de ruitenwisserbladen moeten regelmatig worden gereinigd. Als de ruitenwissers niet correct wissen, kunnen voorwerpen op de ruiten of de ruitenwisserbladen van de auto piepgeluiden, schokgeluiden van de wisserbladen en strepen op de voorruit veroorzaken.
CG3583nlNLD