Operation Manual

INTERIEURVERLICHTING
Interieurverlichting
E112207
B
C
A
Off (uit)A
PortiercontactB
AanC
Wanneer u de schakelaar in stand B zet,
gaat de interieurverlichting branden
wanneer u een portier of het kofferdeksel
/ de achterklep ontgrendelt of opent.
Wanneer u bij afgezet contact een portier
open laat staan, gaat de interieurverlichting
enige tijd later automatisch uit om te
voorkomen dat de accu leegraakt. Zet het
contact even aan om de verlichting weer
in te schakelen.
De interieurverlichting gaat ook branden
wanneer u het contact afzet. De verlichting
gaat korte tijd later automatisch uit of
wanneer u de motor start of opnieuw start.
Wanneer u bij afgezet contact de
schakelaar in stand C zet, gaat de
interieurverlichting branden. De verlichting
gaat korte tijd later automatisch uit om te
voorkomen dat de accu leegraakt. Zet het
contact even aan om de verlichting weer
in te schakelen.
Leeslampen
E112208
Wanneer u het contact afzet, gaan de
leeslampen korte tijd later automatisch uit
om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Zet het contact korte tijd aan om de
verlichting weer in te schakelen.
EEN KOPLAMP VERWIJDEREN
1. Open de motorkap. Zie De motorkap
openen en sluiten (bladzijde 132).
E102589
2
2. Verwijder de schroeven.
51
Verlichting