Operation Manual

ACHTERRUITWISSERS EN -
SPROEIERS
Intervalwissen
E129193
A
B
IntervalwissenA
Wissen met lage snelheidB
Druk op de toets op het uiteinde van de
hendel om te navigeren tussen
uitschakelen, intervalwissen en wissen met
lage snelheid.
Wissen tijdens achteruitrijden
De achterruitwisser wordt automatisch
geactiveerd als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, mits de
achterruitwisser niet reeds is ingeschakeld
en de voorruitwisser werkt.
Ruitensproeier, achter
E129194
WAARSCHUWING
Schakel de ruitensproeiers niet
langer dan tien seconden achtereen
in; schakel de ruitensproeiers nooit
in als het reservoir leeg is.
Wanneer de hendel van het stuurwiel
wordt geduwd, treden zowel de sproeier
als de ruitenwissers in werking.
Na het loslaten van de hendel blijven de
ruitenwissers nog kortstondig in werking.
KOPLAMPSPROEIERS
Bij ingeschakelde koplampen werken de
koplampsproeiers in combinatie met de
voorruitsproeiers.
N.B.: Om ervoor te zorgen de het
ruitensproeierreservoir te snel leegraakt,
werken de koplampsproeiers niet telkens
wanneer de voorruitsproeiers in werking
worden gesteld.
48
Ruitenwissers en ruitensproeiers