Operation Manual
Rijden
110
Wanneer de auto naar links of rechts
begint te draaien, wegslipt, of zijdelings
begint te schuiven, zal het systeem
trachten deze beweging te corrigeren.
Wanneer de auto niet op stuurwielbe-
wegingen reageert, zal het systeem
trachten de draaiende beweging van de
auto te veranderen.
ESP werkt niet tijdens het achteruitrij-
den. Bij ingeschakelde achteruit blijven
het ABS en het TCS werken.
Rijden met TCS/ESP
Controlelamp BTCS/TCS
Controlelamp ESP
Wanneer het systeem tijdens het rijden
wordt geactiveerd, knippert de contro-
lelamp (behalve BTCS).
Wanneer bij het aanzetten van het con-
tact de controlelamp niet brandt of
wanneer hij tijdens het rijden blijft
branden, duidt dit op een storing. Bij
storingen schakelt het systeem automa-
tisch uit. Laat het systeem door een
deskundige controleren.
Let op! Wanneer het systeem handma-
tig wordt uitgeschakeld door op de
schakelaar van het Traction Control
System (TCS)/ Elektronisch Stabiliteits
Programma (ESP) te drukken, brandt
de controlelamp en blijft deze branden
tot het systeem weer wordt ingescha-
keld of het contact wordt afgezet.