Operation Manual

Onderhoud en verzorging
155
Schakel het systeem niet lan-
ger dan tien seconden achter-
een in; schakel de pomp nooit in wan-
neer het reservoir leeg is.
De koplampsproeiers treden alleen in
werking wanneer bij ingeschakelde ver-
lichting de ruitensproeiers worden inge-
schakeld. Het systeem wordt van
vloeistof voorzien door het reservoir
van de voorruitsproeiers.
Ruitensproeiers afstellen
De ruitensproeiers kunnen worden af-
gesteld door een speld in de kogelvor-
mige sproeierkoppen te steken en de
sproeiers in de gewenste stand te
draaien.
De sproeier voor de achterruit bevindt
zich op het dak boven de achterruit.
Houd de sproeiers vrij van sneeuw en
ijs opdat het systeem correct kan func-
tioneren.
Wanneer de voorruitverwarming wordt
ingeschakeld, worden ook de ruiten-
sproeiers verwarmd.
Ruitenwisserbladen controleren
Controleer regelmatig met de vingertop
de rubber randen van de ruitenwisser-
bladen op oneffenheden en beschadi-
gingen. Reinig de ruitenwisserbladen
met water en een zachte spons.
Ruitenwisserbladen vervangen
Trek de ruitenwisserarm van de voor-
ruit af en plaats het ruitenwisserblad in
een rechte hoek ten opzichte van de
arm. Druk de klem in de richting van de
pijl en trek het wisserblad los van de
arm.