Operation Manual
Instrumenten
14
Olietemperatuurmeter
Geeft de temperatuur van de motorolie
aan.
Wanneer de olie op bedrijfstemperatuur
is, staat de wijzer in het gebied ’nor-
maal’. Wanneer de wijzer in het rode
gebied komt, is de motor oververhit.
Stop zodra dit veilig kan, zet de motor
onmiddellijk af en laat de motor afkoe-
len.
Deze meter geeft de temperatuur van
de motorolie aan, niet het oliepeil.
EXTRA WAARSCHUWINGSLAMPEN
Boordcomputer
Extra instrumentengroep ST170
Bij het aanzetten van het contact
(stand II), branden deze lampen kort.
Laag vloeistofpeil ruitensproeiers
Geeft aan dat het peil van de ruiten-
sproeiervloeistof laag is. Vul zo snel mo-
gelijk vloeistof bij.
Waarschuwingslamp vorst
Bij buitentemperaturen lager dan +5 ºC
waarschuwt het oranje symbool voor
mogelijk opvriezen van het wegdek.
Bij temperaturen lager dan +1 ºC wordt
de waarschuwingslamp in de ST170
rood.
Zelfs wanneer de temperatuur
tot boven +4 ºC is gestegen,
betekent dit nog niet dat de weg vrij
is van gevaren, die door snel veran-
derende weersomstandigheden kun-
nen worden veroorzaakt.