Operation Manual

Bedieningsorganen en uitrusting
27
Luchtvochtigheid verlagen in de
stand
De airconditioning onttrekt vocht aan
de lucht en de ruiten worden sneller
ontwasemd.
ELEKTRONISCHE
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur, de hoeveelheid lucht
en de luchtverdeling worden automa-
tisch geregeld en afgesteld afhankelijk
van de rij- en weersomstandigheden.
Door de AUTO toets eenmaal in te
drukken wordt de AUTO modus geacti-
veerd.
De aanbevolen systeeminstellingen voor
alle seizoenen zijn 22 ÂșC en de AUTO
modus (de airconditioning is ingescha-
keld).
Individuele voorkeuren kunnen zo no-
dig worden ingesteld.
Verander de instellingen niet wanneer
het interieur extreem warm of koud is.
De elektronische temperatuurregeling
past deze automatisch aan de huidige
omstandigheden aan.
Om het systeem correct te laten wer-
ken moeten de midden- en zijroosters
volledig zijn geopend.
De sensor die de interieurtemperatuur
meet is onder de temperatuurregelknop
en de aanjagerschakelaar aangebracht
en mag niet worden afgedekt.
Als het systeem bij lage buitentempera-
turen in de AUTO modus staat, wordt
de lucht zolang de motor koud is naar
de voorruit en de zijruiten geleid.