Operation Manual

Bedieningsorganen en uitrusting
39
Het schuifdak wordt bediend met een
schakelaar die zich tussen de zonne-
kleppen bevindt.
Let op! Wanneer de schakelaar continu
wordt ingedrukt, schakelt het systeem
korte tijd uit om te voorkomen dat de
schuifdakmotor oververhit raakt.
Het schuifdak kan op twee manieren
worden geopend - de achterzijde van
het schuifdak kan omhoog worden ge-
kanteld of het schuifdak kan horizontaal
naar achteren worden geschoven. Wan-
neer de schakelaar wordt ingedrukt
opent of sluit het schuifdak.
Let op! Bij lage snelheden en volledig
geopend schuifdak is soms een dreu-
nend geluid hoorbaar. Sluit het schuif-
dak ongeveer 5 cm of open een van de
zijruiten een stukje om dit geluid te ver-
minderen.
Schuifdak openen en sluiten
Druk om het schuifdak te openen op
. Het schuifdak schuift weg onder
het dak.
Druk om het schuifdak te sluiten
op
.
Druk om de achterzijde van het geslo-
ten schuifdak te kantelen op
.
Druk om het schuifdak te sluiten
op
.
Schuifdak automatisch openen/
sluiten
Druk een willekeurige zijde van de
schakelaar tot het tweede weerstands-
punt kort in. Druk hem opnieuw in om
te stoppen. Wanneer de gesloten stand
is bereikt, stopt het schuifdak automa-
tisch. De beweging kan worden onder-
broken door de schakelaar in een
willekeurig richting te bewegen.