Operation Manual

Bedieningsorganen en uitrusting
60
SLOTEN
Portiersloten
De voorportieren kunnen van buitenaf
van buitenaf met de autosleutel worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Uittrekken
(portier openen)
Indrukken
(portier vergren-
delen)
Van binnenuit kunnen de portieren
worden vergrendeld met de vergren-
delknop en ontgrendeld met de portier-
kruk.
De achterportieren kunnen worden ver-
grendeld door bij het uitstappen de ver-
grendelknop in te drukken en het
portier te sluiten. Het portier is vergren-
deld wanneer het witte merkteken op
het uiteinde van de knop zichtbaar is.
Meer informatie over de werking van de
alarminstallatie, de ultrasone sensoren
en het centrale vergrendelingssysteem
vindt u in de betreffende hoofdstukken
op de volgende bladzijden.
Kinderveiligheidssloten op de
achterportieren
Wanneer het kinderveiligheids-
slot in werking is gesteld kan
het portier alleen van buitenaf wor-
den geopend.
Draai de sleutel in het achterportier
naar de buitenzijde van de auto om het
veiligheidsslot in werking te stellen.
Draai de sleutel naar de binnenzijde van
de auto om deze beveiliging buiten wer-
king te stellen.