Operation Manual
Bedieningsorganen en uitrusting
68
Sleutels programmeren
Maximaal kunnen vier sleutels met ra-
diografische afstandsbediening (inclu-
sief de bij de auto geleverde sleutels)
worden geprogrammeerd.
1. Zet, om nieuwe sleutels met radio-
grafische afstandsbediening te pro-
grammeren de contactsleutel vier keer
binnen zes seconden in stand II.
2. Zet het contact af. Er klinkt een sig-
naal om aan te geven dat het nu gedu-
rende 10 seconden mogelijk is nieuwe
sleutels te programmeren.
3. Druk op een willekeurige toets op
een nieuwe sleutel. Ter bevestiging
klinkt een signaal. Herhaal deze laatste
handeling bij alle sleutels met radiogra-
fische afstandsbediening, inclusief uw
originele sleutels.
4. Zet het contact weer aan of wacht
tien seconden zonder een andere sleu-
tel te programmeren om het program-
meren te beëindigen. Uw auto kan nu
uitsluitend worden vergrendeld en ont-
grendeld met de sleutels met radiogra-
fische afstandsbediening die u zojuist
hebt geprogrammeerd.
Let op! Raadpleeg voor het coderen
van de sleutels voor het immobilisatie-
systeem de rubriek Sleutels coderen.
Batterij vervangen
Wanneer het bereik van de zender in de
sleutel geleidelijk begint af te nemen,
moet de batterij worden vervangen
(type 3V CR 2032).
• Maak voorzichtig de zender los van
de sleutel door een plat voorwerp (bij-
voorbeeld een schroevendraaier) in de
uitsparing aan de achterzijde te steken.
• Open vervolgens de zender door de
klemmen aan de zijkanten met behulp
van een plat voorwerp los te drukken.