Operation Manual

Bedieningsorganen en uitrusting
71
Sleutels coderen
Met behulp van twee gecodeerde sleu-
tels kunnen maximaal acht sleutels
worden gecodeerd.
Voer elke volgende handeling binnen
vijf seconden uit.
1. Steek de eerste sleutel in het con-
tactslot en draai hem in de stand II.
2. Draai de sleutel terug in stand 0 en
neem de sleutel uit het contactslot.
3. Steek de tweede sleutel in het con-
tactslot en draai hem in stand II.
4. Draai de tweede sleutel terug in
stand 0 en neem hem uit het contact-
slot – de coderingsmodus is nu geacti-
veerd.
5. Wanneer nu een ongecodeerde sleu-
tel in het contactslot wordt gestoken en
binnen twintig seconden in de stand II
wordt gedraaid, wordt de systeemcode
door de sleutel ingelezen.
6. Neem na de coderingsprocedure de
sleutel uit het contactslot. Wacht vijf
seconden met het inschakelen van het
systeem.
Indien het inlezen van de code niet cor-
rect is verlopen, knippert de controle-
lamp nadat het contact met de nieuw
gecodeerde sleutel is aangezet en kan
de motor niet worden gestart.
Herhaal de coderingsprocedure na een
pauze van 20 seconden bij aangezet
contact (stand II).
Laat om veiligheidsredenen bij
verlies van een sleutel de co-
des wissen en de sleutels programme-
ren met een nieuwe code. Raadpleeg
uw Ford dealer indien u over nog
slechts één gecodeerde sleutel be-
schikt.