Operation Manual

Bedieningsorganen en uitrusting
40
Antiklemfunctie van het schuifdak
Wanneer het schuifdak tijdens het slui-
ten met een obstakel in aanraking komt,
stop het automatisch en schuift het een
stukje terug.
Om deze veiligheidsvoorziening uit te
schakelen wanneer er meer weerstand
is, bijvoorbeeld in de winter, gaat u als
volgt te werk:
Het onvoorzichtig sluiten van
het schuifdak kan deze veilig-
heidsvoorziening te niet doen en ver-
wondingen tot gevolg hebben.
Sluit het schuifdak tweemaal tot het
weerstand ondervindt en laat het terug-
schuiven.
Sluit het schuifdak een derde maal
tot het weerstand ondervindt. Laat de
schakelaar kort los en druk hem onmid-
dellijk weer in. Het schuifdak overwint
nu de weerstand en kan vervolgens ge-
heel worden gesloten.
Terwijl het schuifdak voor de
derde keer sluit, wordt de anti-
klemfunctie uitgeschakeld. Let erop
dat tijdens het sluiten van het schuif-
dak er geen obstakels in de weg kun-
nen zitten.
Geheugen opnieuw instellen
Wanneer het schuifdak niet goed meer
sluit, voer dan de volgende leerproce-
dure uit:
Laat de achterzijde van het schuifdak
zover mogelijk omhoog kantelen. Laat
de schakelaar los.
Druk dezelfde schakelaar opnieuw 30
seconden in en houd hem ingedrukt tot
u het schuifdak ziet bewegen.
Laat de schakelaar los en druk hem
onmiddellijk opnieuw in en houd hem
ingedrukt. Het schuifdak sluit, schuift
volledig open en schuift vervolgens
weer dicht. Laat de schakelaar niet los
voordat het schuifdak voor de tweede
keer volledig is dichtgeschoven.