FORD FOCUS Korte beschrijving
Over deze snelreferentiegids Deze gids is opgesteld om u te helpen bepaalde functies van de auto snel te leren kennen. De gids bevat alleen basisinstructies (korte beschrijvingen) en is geen vervanging voor de Handleiding. U dient de volledige instructies in de Handleiding en alle waarschuwingen te lezen. Hoe meer u van uw auto afweet, des te beter kunt u ermee omgaan en dat komt de veiligheid en het rijplezier ten goede. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford.
ermee omgaan en dat komt de veiligheid en het rijplezier ten goede. OVER DEZE SNELREFERENTIEGIDS Deze snelreferentiegids moet samen met de Handleiding worden gelezen. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. We raden aan de tijd te nemen om uw auto beter te leren kennen door deze snelreferentiegids te lezen, waarin enkele belangrijke aspecten van de Handleiding van uw auto worden samengevat.
Stuur rechts A Luchtroosters. B Richtingaanwijzers. Grootlicht. C Bedieningstoetsen informatiedisplay auto's met stuur links en spraakbesturing. C Bedieningstoetsen informatiedisplay auto's met stuur links zonder spraakbesturing. C Bedieningstoetsen informatie- en entertainmentdisplay auto's met stuur rechts en spraakbesturing. C Bedieningstoetsen informatiedisplay auto's met stuur rechts zonder spraakbesturing. D Instrumentengroep.
G Informatie- en entertainmentdisplay. H Audiosysteem. I Portiervergrendelingsknop. J Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. K Schakelaar stabiliteitsregeling. L Schakelaar parkeerhulp. M Schakelaar actieve parkeerhulp. N Start/stop-schakelaar. O Schakelaar achterruitverwarming. P Schakelaar voorruitverwarming. Q Bedieningselementen klimaatregeling. R Startknop. S Contactslot. T Bediening audiosysteem. Spraakbesturing. Telefoonregeling. U Stuurwielverstelling. V Claxon.
Type 2 N.B.: Wanneer u integraal openen of sluiten gebruikt, kunt u op de ontgrendel of vergrendel knop drukken om de elektrisch bediende ruiten te stoppen. AUDIOBEDIENING Selecteer de gewenste bron op de audio-unit. U kunt de volgende functies bedienen met behulp van de regeling: Type 1 A Volume hoger B Opwaarts zoeken of volgende C Volume lager D Neerwaarts zoeken of vorige E Modus Druk op M om de audiobron te kiezen.
Stuur rechts SPRAAKSTURING A. Informatie- en entertainmentdisplay B. Informatiedisplay Auto's zonder spraakbesturing A. Informatiedisplay B. Audio VOORRUITWISSERS Ruitenwissers Druk op de toets om de spraakbesturing in of uit te schakelen. BEDIENINGSORGANEN INFORMATIEDISPLAY Auto's met spraakgestuurd systeem Stuur links A. Informatiedisplay B.
Intervalwissen Ruitensproeier, achter A Wissen met korte intervallen RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN B Intervalwissen Voorruitwisserbladen C Wissen met lange intervallen Onderhoudsstand De intervalwerking kan met de draaischakelaar worden ingesteld. ACHTERRUITWISSERS EN SPROEIERS A Intervalwissen B Wissen met lage snelheid Zet het contact af en zet binnen drie seconden de ruitenwisserhendel in de stand A. Laat de hendel los wanneer de ruitenwissers in de onderhoudsstand staan.
Beperkingen aan de detectie ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN Het kan voorkomen dat voertuigen die de blinde hoek binnenrijden en uitrijden niet worden geregistreerd. Open de tegenovergestelde ruit enigszins om windgeluiden of schudden door windstoten te voorkomen wanneer één ruit open staat. Valse waarschuwingen Het kan voorkomen dat het systeem een waarschuwing geeft wanneer er geen voertuig in de blinde hoek aanwezig is. Bijvoorbeeld: vangrails of betonnen wanden langs de weg.
Berichtsymbolen CD-speler De berichtenindicator licht op om bepaalde berichten aan te vullen. Afhankelijk van de ernst van het bericht is de indicator rood of oranje en blijft deze branden totdat de oorzaak van het bericht is verholpen. Radio Auxiliary ingang Sommige berichten worden aangevuld door een systeemspecifiek symbool met een berichtenindicator.
Richt de middelste luchtroosters naar boven en de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten. VERWARMDE RUITEN EN SPIEGELS Aanbevolen instellingen voor verwarming Verwarmbare ruiten Schakel de ruitverwarming in om de voorof achterruit te ontdooien of ontwasemen. N.B.: De ruitverwarming werkt alleen bij een draaiende motor. Verwarmde voorruit Sluit de middelste luchtroosters en open de luchtroosters aan de zijkant.
DIMMER INSTRUMENTENPANEELVERLICHTING SLEUTELLOOS STARTEN Contact aan Druk eenmaal op de knop zonder met uw voet het rem-of koppelingspedaal aan te raken. N.B.: Het is mogelijk dat het keyless startsysteem niet werkt indien de passieve sleutel zich te dicht bij metalen voorwerpen of elektronische apparaten, zoals een mobiele telefoon, bevindt. Druk herhaaldelijk of houd ingedrukt tot het gewenste niveau is bereikt. N.B.
START/STOP KNOP GEBRUIKEN TANKKLEP Type 1 N.B.: Het systeem is standaard ingeschakeld. Druk op de schakelaar in het instrumentenpaneel om het systeem uit te schakelen. Het systeem wordt alleen gedeactiveerd gedurende de huidige contactcyclus. Druk nogmaals op de schakelaar om het systeem in te schakelen. Motor afzetten 1. 2. 3. 4. Stop de auto. Zet de keuzehendel in de neutraalstand. Laat het koppelingspedaal los. Laat het gaspedaal los.
Breng het vulpistool tot en met de eerste nok op het vulpistool A in. Laat het rusten op de afdekking van de vulbuis. ACTIEVE PARKEERHULP De actieve parkeerhulp registreert een geschikte parkeerplaats en stuurt de auto op de plek. Het systeem regelt de besturing terwijl de bestuurder het gaspedaal, de transmissie en de remmen bedient.
Snelheid instellen Rijd voorzichtig met de auto achteruit met behulp van het gaspedaal en het rempedaal om de auto te besturen. Stop de auto wanneer u een continu signaal hoort. Druk op de SET+ of de SET- schakelaar om de snelheid in het geheugen op te slaan en met de actuele snelheid te blijven rijden. De controlelamp van de snelheidsregeling (cruise control) gaat branden.
De statusbalk verloopt van links naar rechts met het afnemen van het berekende alertheidsniveau. Zodra het rustpauze-icoon wordt genaderd, verandert de kleur van groen naar geel en uiteindelijk rood, wanneer een rustpauze moet worden genomen. BESTUURDERSWAARSCHUWING Het systeem controleert automatisch uw rijgedrag aan de hand van verschillende inputs incl. de voorste camerasensor. Indien het systeem ontdekt dat u slaperig wordt of dat uw rijstijl verslechtert, waarschuwt het systeem u.
Snelheidswaarschuwing systeem instellen Wanneer het systeem remt of de remmen automatisch heeft bediend, dan wordt er een bericht in de display weergegeven. Het systeem heeft een aantal snelheidswaarschuwingsniveaus die m.b.v. het informatiedisplay kunnen worden ingesteld. ACTIVE CITY STOP TOIMINNON KÄYTTÖ Systeemdisplay Het systeem in- en uitschakelen N.B.: Het systeem is standaard ingeschakeld. N.B.
N.B.: Zet het contact aan. BANDENSPANNINGCONTROLESYSTEEM 1. Navigeer met behulp van de informatiedisplaybediening naar Instellingen > Bestuurd. ass. > Bandenspann. contr.. 2. Houd de knop OK ingedrukt tot er een bevestiging verschijnt. Het detectiesysteem bandenspanningsverlies waarschuwt ingeval van een luchtdrukwijziging in een van de banden. Dit vindt plaats via de ABS-sensoren die de rollende omtrek van de wielen registreren.