Operation Manual

LET OP
Sluit de kabel niet aan op de
minpool () van de ontladen accu.
Zorg ervoor dat de kabels niet met
draaiende onderdelen en onderdelen
van het brandstoftoevoersysteem in
aanraking kunnen komen.
Motor starten
1. Start de motor van auto B en laat deze
met een matig hoog toerental draaien.
2. Start de motor van auto A.
3. Laat beide motoren minimaal drie
minuten draaien alvorens de kabels los
te koppelen.
LET OP
Schakel niet de koplampen tijdens het
loskoppelen van de hulpstartkabels
in. Door de spanningspiek kunnen de
gloeilampen doorbranden.
Koppel de kabels in omgekeerde volgorde
los.
ACCU VERVANGEN
LET OP
Voor auto's met
start/stop-schakelaar verschillen de
accuvereisten. De accu moet worden
vervangen door een accu met exact
dezelfde specificatie als de originele.
N.B.: Indien nodig moet de Keycode van de
audio-installatie opnieuw worden
geprogrammeerd.
De accu is aangebracht in de motorruimte.
Zie Onderhoud (bladzijde 246).
AANSLUITPUNTEN VAN DE
ACCU
E114494
LET OP
Sluit de kabel niet aan op de
minpool () van de ontladen accu.
266
Accu van de auto