Operation Manual

Het systeem in- en
uitschakelen
N.B.:
Wanneer het systeem is
uitgeschakeld, blijft een
waarschuwingslampje in het
informatiedisplay branden. Zie
Waarschuwings- en
indicatielampen (bladzijde 86).
N.B.:
De systeemstatus en instellingen
blijven onveranderd tijdens
ontstekingscycli.
Het systeem kan worden in- en
uitgeschakeld m.b.v. het informatiedisplay.
Zie Algemene informatie (bladzijde
90).
Gevoeligheid voor de
waarschuwingen instellen
U kunt de gevoeligheid van het
waarschuwingssysteem instellen met de
knoppen op het stuurwiel. Zie
Algemene informatie (bladzijde 90).
Hiermee wordt geregeld hoe snel de
visuele en akoestische waarschuwing
wordt geactiveerd.
183
Adaptieve snelheidsregeling (ACC)