Operation Manual

N.B.:
Vervuiling door vuil, water,
petroleumproducten of andere materialen
kunnen leiden tot een defect remsysteem
of dure reparaties.
N.B.:
Het remsysteem en het
bedieningsmechanisme van de koppeling
zijn aangesloten op één reservoir.
Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford
specificatie. Zie Technische
specificatie (bladzijde 237).
STUURBEKRACHTI-
GINGSVLOEISTOF
CONTROLEREN
WAARSCHUWING
Voorkom dat de vloeistof in contact
komt met de huid of de ogen.
Mocht dit toch gebeuren, spoel het
betreffende lichaamsdeel dan direct met
veel water schoon en neem contact op
met uw huisarts.
LET OP
Controleer of het peil tussen de MIN
en MAX merktekens staat.
Wanneer het peil bij het MIN merkteken
staat, vul dan direct bij.
Bijvullen
Verwijder de brandstofdop.
LET OP
Het oliepeil mag niet boven het MAX
merkteken komen te staan.
Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford
specificatie. Zie Technische
specificatie (bladzijde 237).
RUITENSPROEI-
ERVLOEISTOF
CONTROLEREN
N.B.:
De ruitensproeiers van de voor- en
achterruit hebben een gemeenschappelijk
reservoir.
Gebruik voor het bijvullen een mengsel
van sproeiervloeistof en water om
bevriezing bij koude
weersomstandigheden te voorkomen en
het reinigende effect te verbeteren. We
adviseren alleen sproeiervloeistof van
hoge kwaliteit te gebruiken.
Raadpleeg de productinstructies voor
informatie over vloeistofverdunning.
236
Onderhoud