Operation Manual

12. Pomp de band niet langer dan zeven
minuten op voor een minimale druk
van 1,8 bar (26 psi) en een maximum
druk van 2,5 bar (51 psi). Zet de
compressorschakelaar H in de stand
0 en controleer de huidige
bandenspanning met de drukmeter
F.
13.
Neem de stekker G uit de aansluiting
van de aansteker of het extra
elektrisch aansluitpunt.
14.
Draai de slang C snel van het ventiel
los en breng de beschermdop A
aan. Draai het ventieldopje vast.
15.
Laat de fles afdichtmiddel K in de
flessenhouder E zitten.
16. Zorg ervoor dat de set, de
flessendop en de oranje dop veilig
worden opgeborgen, maar makkelijk
bereikbaar zijn. De set kan weer
nodig zijn wanneer u de
bandenspanning controleert.
17. Ga onmiddellijk ongeveer drie
kilometer (twee mijl) rijden, zodat het
afdichtmiddel het lek kan afdichten.
N.B.:
Wanneer het afdichtmiddel in de
band wordt gepompt, kan de druk
toenemen tot 6 bar (87 psi) maar deze
neemt na ca. 30 seconden weer af.
WAARSCHUWING
Wanneer u heftige trillingen,
onbalans in het stuurwiel of lawaai
tijdens het rijden waarneemt, minder
dan snelheid en rijd voorzichtig naar een
plaats waar u veilig kunt stoppen.
Controleer de band en de
bandenspanning opnieuw. Wanneer de
bandenspanning lager is dan 1,3 bar (19
psi) of wanneer er scheuren, knobbels of
dergelijke zichtbaar zijn, hervat dan uw
reis niet met deze band.
Bandenspanning controleren
1. Stop na ongeveer drie kilometer (twee
mijl) te hebben gereden. Controleer
en corrigeer zo nodig de spanning van
de beschadigde band.
2. Sluit de set aan en lees de
bandenspanning af op de drukmeter
F.
3. Wanneer de spanning 1,3 bar (19 psi)
of hoger is, breng de band dan op de
voorgeschreven spanning. Zie
Technische specificatie (bladzijde
255).
4. Herhaal de procedure om de band
weer op spanning te brengen.
5. Controleer de bandenspanning
nogmaals met de drukmeter F.
Wanneer de spanning te hoog is, laat
dan de spanning afnemen met behulp
van de aflaatklep B.
6. Zodra u de band op de juiste spanning
hebt gebracht: zet de
compressorschakelaar H in de stand
0, trek de stekker G uit de
contactdoos, draai de slang C los,
draai het ventieldopje vast en breng
de beschermdop A weer aan.
7.
Laat de fles afdichtmiddel K in de
flessenhouder E zitten en bewaar de
set veilig op zijn oorspronkelijke plaats.
8. Rijd naar de dichtstbijzijnde
bandenspecialist om de beschadigde
band te laten vervangen. Vertel,
voordat de band van de velg wordt
afgenomen, de bandenspecialist dat
de band een afdichtmiddel bevat.
Vervang de set zo snel mogelijk na
eenmalig gebruik.
252
Velgen en banden